Afzien van partneralimentatie bij huwelijkse voorwaarden niet geldig

Echtgenoten (of toekomstige echtgenoten) kunnen bij huwelijkse voorwaarden verschillende afspraken maken. Te denken valt aan afspraken over de verdeling van hun (privé)vermogen, de woning en het pensioen. Hierbij komt aan echtgenoten een grote mate van contractsvrijheid toe. De contractsvrijheid van de echtgenoten is echter begrensd. Zo heeft de Hoge Raad op 25 november 2022 bepaald dat bij huwelijkse voorwaarden niet kan worden afgesproken dat er na een echtscheiding geen partneralimentatie hoeft te worden betaald.

Afzien van partneralimentatie in een echtscheidingsconvenant

Vóór of na de beschikking tot echtscheiding kunnen echtgenoten of geregistreerd partners bij overeenkomst bepalen of, en zo ja voor welk bedrag, de ex-partner moet bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de andere ex-partner. Deze afspraken worden doorgaans in een echtscheidingsconvenant vastgelegd dat is opgesteld door een echtscheidingsadvocaat. In een echtscheidingsconvenant kunnen partners ook overeenkomen dat van een dergelijke partneralimentatie geheel wordt afgezien. Na scheiding kunnen de ex-partners in dat geval niet gehouden worden tot het betalen van partneralimentatie.

Een afspraak die inhoudt dat geen partneralimentatie verschuldigd is, wordt ook wel een ‘nihilbeding’ genoemd. Artikel 1:400 lid 2 BW bepaalt immers dat overeenkomsten waarbij van het volgens de wet verschuldigde levensonderhoud wordt afgezien, nietig zijn. De uitzondering van artikel 1:158 BW, waarbij een nihilbeding kan worden overeengekomen door (ex-)partners, ziet op de situatie dat een echtscheiding in zicht is. Indien een echtscheiding echter niet in zicht is, geeft de wet geen mogelijkheid om een nihilbeding overeen te komen. Dit betekent dat volgens de wet bij huwelijkse voorwaarden niet van het recht op partneralimentatie kan worden afgezien. De huwelijkse voorwaarden worden immers gemaakt bij het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap, waarbij de echtscheiding op dat moment nog niet in zicht is. In de praktijk komt de wens van

aanstaande echtgenoten om in de huwelijkse voorwaarden op te nemen dat van partneralimentatie wordt afgezien, geregeld voor. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of van partneralimentatie bij huwelijkse voorwaarden kan worden afgezien.

Hoge Raad en nihilbeding bij huwelijkse voorwaarden

Op 7 maart 1980 heeft de Hoge Raad geoordeeld over een zaak waarin ex-echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden hadden afgesproken dat na scheiding van partneralimentatie zou worden afgezien. De vrouw vorderde een bedrag van 600 gulden aan te betalen partneralimentatie van de man, tegen welke vordering de man verweer heeft gevoerd. De man stelde dat partijen huwelijkse voorwaarden hadden opgesteld waarin is vastgelegd dat partijen afstand hebben gedaan van een recht op levensonderhoud. Volgens de man zou hij op basis van deze afspraak daarom niet gehouden zijn tot het betalen van partneralimentatie aan de vrouw. De rechtbank had het verweer van de man verworpen, omdat de overeenkomst, gesloten voordat partijen waren gehuwd, niet kan worden aangemerkt als een nihilbeding als bedoeld in artikel 1:158 BW. Een nihilbeding kon volgens de rechtbank slechts worden overeengekomen “met het oog op een aanstaande echtscheiding”. Dit blijkt niet alleen uit de bewoordingen van artikel 1:158 BW, maar ook uit lid 2 van artikel 1:159 BW, waarmee artikel 1:158 BW volgens de Memorie van Toelichting nauw verband houdt. Nu de echtscheiding nog niet in beeld was ten tijde van het overeenkomen van het nihilbeding, oordeelde de rechter dat het nihilbeding nietig was op grond van artikel 1:400 lid 2 BW. De Hoge Raad volgde dit oordeel.

Hoge Raad handhaaft jurisprudentie nihilbeding partneralimentatie

Op 25 november 2022 werd de Hoge Raad opnieuw met een soortgelijke kwestie geconfronteerd. In deze zaak hadden partijen voorafgaand aan het huwelijk huwelijkse voorwaarden gemaakt, waarbij het volgende werd opgenomen: “De echtgenoten komen overeen dat er geen plicht tot betaling van partneralimentatie kan ontstaan en er eveneens geen recht op partneralimentatie kan ontstaan na het beëindigen van hun huwelijk”. De vrouw verzocht bij de echtscheiding desondanks om partneralimentatie. De man beriep zich op de afspraak die is vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden. De rechtbank en het hof hadden in deze zaak geoordeeld dat het alimentatiebeding op grond van artikel 1:400 lid 2 BW nietig is. Het hof concludeerde dat artikel 1:158 BW spreekt van “echtgenoten”, wat betekent dat het overeenkomen van een nihilbeding niet mogelijk is vóórdat partijen zijn gehuwd. Hierbij verwees het hof naar de uitspraak van de Hoge Raad van 7 maart 1980. De Hoge Raad volgde het oordeel van de rechtbank en het hof en vult aan dat het invoeren van de mogelijkheid om een nihilbeding vóór het sluiten van een huwelijk overeen te komen, de taak van de wetgever is.

Wet herziening partneralimentatie

De wetgever heeft hier niet al te lang geleden nog naar gekeken. De Raad van State had bovendien een advies uitgebracht over het wetsvoorstel herziening partneralimentatie dat op 1 januari 2020 in werking is getreden. Volgens de Raad van State zou de zwakkere partij niet worden beschermd, indien het opnemen van een nihilbeding bij huwelijkse voorwaarden geldig zou zijn. Volgens de Raad van State hebben echtgenoten voorafgaand aan het huwelijk onvoldoende inzicht in de financiële gevolgen die een dergelijke afspraak met zich brengt. Mede dankzij het advies van de Raad van State heeft de invoering van de Wet herziening partneralimentatie geen mogelijkheid tot het opnemen van een nihilbeding bij huwelijkse voorwaarden geïntroduceerd. Bij gelegenheid van de invoering van de Wet herziening partneralimentatie schreef collega Bregje Boelens daarover een boek. Meer informatie over dat boek, vindt u hier.

Conclusie over afspraken geen partneralimentatie in huwelijkse voorwaarden

Partijen hebben bij het maken van huwelijkse voorwaarden weliswaar een grote mate van contractsvrijheid, maar deze vrijheid is niet onbegrensd. Bij huwelijkse voorwaarden kunnen partijen niet afspreken dat na een scheiding geen partneralimentatie wordt betaald. Een nihilbeding kan alleen met het zicht op een voorgenomen echtscheiding, bijvoorbeeld in een echtscheidingsconvenant, worden opgenomen. Een echtscheidingsadvocaat kan u daar bij gelegenheid van de echtscheiding alles over vertellen.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.