Artikel 4:216 BW is voor de door de rechtbank benoemde vereffenaar een belangrijke tool om een uitkering aan een legataris binnen drie jaar terug te vorderen, voor zover dit nodig is om de schulden van de nalatenschap te voldoen. In combinatie met artikel 4:127 BW, dat bepaalt dat een begunstiging bij een sommenverzekering of een…
Lees verderZien we de legitimaire vorderingen terug op de uitdelingslijst bij de vereffening van een nalatenschap?
Als vereffenaar heb je regelmatig te maken met legitimarissen die een beroep doen op de legitieme portie. De vraag is of de vorderingen die daardoor ontstaan, thuis horen op de uitdelingslijst. In deze bijdrage wordt hier nader op ingegaan. Het oproepen van de schuldeisers Bij aanvang van de vereffening moet de vereffenaar de bekende schuldeisers…
Lees verderLeestips december 2024
B.W.J. Theunissen, “De ruimschootsverklaring als schild tegen de vereffening. ECLI:NL:RBGEL:2024:5114”, Advotip Afl. 2024-15; mr. F.W.J.M. Schols, “Over zachte harde vervaltermijnen en het quasi-legaat.” Advotip Afl. 2024-16; E.A. De Jong, “Komt een vereffenaar bij de notaris”, WPNR uitgave 7471; C. Hokken en mr. dr. A.M. Steegmans, “Waarom we steeds vaker een professionele executeur en vereffenaar zien”,…
Lees verderDe minderjarige vereffenaar van de nalatenschap
Als er sprake is van één of meer minderjarige erfgenamen, moet rekening worden gehouden met een aantal bijzonderheden bij de afwikkeling van een nalatenschap. Een minderjarige erfgenaam is bijvoorbeeld niet zelfstandig bevoegd om de nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen en evenmin om de nalatenschap zelfstandig af te wikkelen. Een wettelijke vertegenwoordiger, doorgaans de ouder(s)…
Lees verder