Fiscale voor- en nadelen van het tweetrapstestament

Het radartestament

Sinds het televisieprogramma Radar in maart 2010 het tweetrapstestament presenteerde als dé oplossing voor de fiscale nadelen van testamenten waarin een ouderlijke boedelverdeling is opgenomen of wettelijke verdeling van toepassing is verklaard, hebben veel echtparen en samenwoners met kinderen een tweetrapstestament laten maken.

Wat is een tweetrapstestament?

Het tweetrapstestament is een ogenschijnlijk eenvoudig testament waarbij de langstlevende partner in eerste instantie enig erfgenaam is (‘eerste trap’). Pas na overlijden van de langstlevende ouder, erven de kinderen alsnog ook uit de nalatenschap van de eerststervende ouder (‘tweede trap’).

Vrijstellingen voor de erfbelasting optimaal benutten

Anders dan bij de ouderlijke boedelverdeling of wettelijke verdeling, waarbij de kinderen bij het overlijden van de eerste ouder op papier (en daarmee ook voor de erfbelasting) al een erfdeel verkrijgen, erven de kinderen in geval van een tweetrapstestament bij het overlijden van de eerste ouders nog niets, ook niet op papier. Dat kan gunstig zijn omdat de langstlevende partner een omvangrijke vrijstelling voor de erfbelasting heeft van in 2021 maximaal € 671.910,-, terwijl de vrijstelling voor kinderen in 2021 slechts € 21.282,- bedraagt. Boven deze vrijstellingen is het tarief voor de langstlevende en de kinderen gelijk: 10% over de eerste € 128.750 boven de vrijstelling en 20% over alles daar weer boven.

Bij een nalatenschap van € 600.000,- die (op papier) gelijkelijk wordt verdeeld tussen een langstlevende partner en twee kinderen, zoals bij een ouderlijke boedelverdeling en wettelijke verdeling het geval is, bedraagt de verschuldigde erfbelasting dan (uitgaande van een rente van 6% samengesteld over de papieren verkrijgingen van de kinderen):

  • Langstlevende partner: nihil (de verkregen € 200.000 valt volledig in de vrijstelling)
  • Kind 1: nihil over de eerste € 21.282, 10% over de volgende € 128.750 en 20% over de resterende € 50.032
  • Kind 2: idem kind 1

In totaal over de drie verkrijgingen tezamen bedraagt de verschuldigde erfbelasting in dit voorbeeld: 0 + (2 x 12.875) + (2 x 10.006) = € 45.762

Bij een tweetrapstestament is de situatie bij het overlijden van de eerststervende fiscaal als volgt:

  • Langstlevende: nihil (de verkregen € 600.000 valt volledig in de vrijstelling)
  • Kind 1: nihil (er wordt nog niets geërfd, ook niet op papier)
  • Kind 2: idem kind 1

Besparing of uitstel van erfbelasting bij tweetrapsmaking

Belangrijkste voordeel van een tweetrapstestament ten opzichte van de ouderlijke boedelverdeling en wettelijke verdeling is dan ook een besparing van erfbelasting bij het eerste overlijden. Daarbij dient te worden opgemerkt dat de kinderen bij het overlijden van de langstlevende partner in sommige gevallen juist (aanzienlijk) meer erfbelasting verschuldigd zijn, dan in geval de ouders hadden gekozen voor een ouderlijke boedelverdeling of wettelijke verdeling-testament. In die zin kan gezegd worden dat (over de beide overlijdens tezamen genomen) het tweetrapstestament slechts leidt tot een uitstel van de heffing van erfbelasting en niet tot een besparing daarvan.

De langstlevende partner bespaart zich feitelijk echter in ieder geval wel erfbelasting (zolang diens eigen vrijstelling niet overschreden wordt). Bij de ouderlijke boedelverdeling en wettelijke verdeling is de langstlevende immers verplicht aan de kinderen de erfbelasting voor te schieten die zij verschuldigd zijn over hun papieren verkrijgingen. De langstlevende betaalt dan feitelijk dus erfbelasting over iets dat de kinderen (nog) niet krijgen. Bij een tweetrapstestament betaalt de langstlevende geen erfbelasting over hetgeen de kinderen (nog) niet krijgen.

‘Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de (fiscale) toekomst gaat’

Wat in een concreet geval fiscaal het meest gunstig is, laat zich helaas niet met volledige zekerheid voorspellen. Het heeft fiscaal meestal weinig nut om een tweetrapstestament te maken wanneer de kinderen zonder tweetrapsmaking al niet meer krijgen dan hun vrijstelling en vaak ook niet wanneer de langstlevende met tweetrapsmaking meer verkrijgt dan diens vrijstelling (de tarieven boven de vrijstellingen zijn immers gelijk).

Een nalatenschap van € 63.846,- kan in 2021 prima (op papier) in drie gelijke delen vereven naar de langstlevende en de kinderen, zonder dat er erfbelasting verschuldigd is.

Over een nalatenschap van € 714.474,- die in 2021 voor € 671.910 naar de langstlevende en voor € 21.282 naar ieder van de kinderen vererft is ook geen erfbelasting verschuldigd.

Zou in het laatste voorbeeld echter sprake zijn van een tweetrapsmaking, waardoor de langstlevende in eerste instantie de gehele nalatenschap van € 714.474,- erft, dan gaat de langstlevende over diens vrijstelling heen, terwijl de vrijstellingen van de kinderen onbenut blijven.

(Fiscale) X-factoren

Los van deze eenvoudige gevallen is de vraag of een tweetrapsmaking gunstiger zal uitpakken dan een ouderlijke boedelverdeling of wettelijke verdeling-testament echter meestal afhankelijk van een aantal (fiscale) X-factoren na het overlijden van de eerststervende, zoals:

  • het aantal jaren waarmee de langstlevende de eerststervende zal overleven;
  • de mate waarin de langstlevende op het vermogen zal interen;
  • de waardestijging of -daling van de geërfde vermogensbestanddelen;
  • het rendement dat de langstlevende behaalt met de geërfde vermogensbestanddelen;
  • de mate waarin de langstlevende d.m.v. het doen van schenkingen aan estate planning kan en wil doen en de daaraan verbonden kosten;
  • fiscale wijzigingen in de toekomst.

Tijdstip van heffing

De X-factor ‘fiscale wijzigingen in de toekomst’ klinkt als een open deur, maar als gevolg van het uitstel van de heffing van erfbelasting dat door de tweetrapsmaking wordt behaald, gelden voor de kinderen ook over hun verkrijgingen uit de nalatenschap van de eerststervende uiteindelijk pas de vrijstellingen en tarieven voor de erfbelasting ten tijde van het overlijden van de langstlevende ouder. Bij de ouderlijke boedelverdeling en wettelijke verdeling gelden voor de kinderen over hun verkrijgingen uit de nalatenschap van de eerststervende ouder ook de vrijstellingen en tarieven ten tijde van het overlijden van de eerststervende ouder. Tussen de beide overlijdens in zouden de vrijstellingen en tarieven echter aanzienlijk kunnen wijzigen.

Fiscale (in)flexibiliteit tweetrapsmaking

Feit is wel dat een tweetrapstestament (fiscaal) weinig flexibel is ten opzichte van een OBV of wettelijke verdeling. Bij veel x-factoren is meer fiscale flexibiliteit wenselijk. Bij de OBV en wettelijke verdeling kan door de langstlevende in meer of mindere mate (afhankelijk van de ruimte die het testament daartoe biedt) met behulp van ‘renteclausules’ en ‘afvullegaten’ geschoven worden met hetgeen hij/zij en de kinderen (op papier) verkrijgen, opdat de vrijstellingen voor de erfbelasting optimaal benut worden. Ook kan op die manier tot op zekere hoogte een verdeling worden bewerkstelligd die tot een zo laag mogelijke heffing van erfbelasting leidt over de beide overlijdens tezamen genomen.

Conclusie over de fiscaliteit en tweetrapsmakingen

De fiscale oplossing die het inflexibele tweetrapstestament biedt ten opzichte van de OBV of wettelijke verdeling is maar betrekkelijk.

Al met al kan als vuistregel gehanteerd worden dat een tweetrapstestament fiscaal met name geschikt is voor gevallen waarin de nalatenschap een omvang heeft die kleiner is dan de vrijstelling voor de langstlevende en waarin de wens om bij het overlijden van de eerststervende geen, althans zo min mogelijk erfbelasting te betalen belangrijker is dan de wens om over de beide overlijdens tezamen zo min mogelijk belasting te betalen. In alle andere gevallen is een andere testamentsvorm fiscaal meestal wenselijker.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.