Iets verzwijgen bij de echtscheiding of over een erfenis? De wetgever straft!

Verzwijgen, zoek maken of verborgen houden

Zowel bij de afwikkeling van een echtscheiding als bij de afwikkeling van een nalatenschap (erfenis) wordt mij regelmatig de vraag gesteld of iemand ongestraft vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld een banksaldo of woning in het buitenland) mag verzwijgen. Dit mag niet. Sterker nog: de wet heeft een sanctie verbonden aan het opzettelijk verzwijgen, zoek maken of verborgen houden van een tot een gemeenschap behorend goed. Over dit onderwerp wordt steeds vaker geprocedeerd en de Hoge Raad heeft hier recent een uitspraak over gedaan.

 

Oneerlijk gedrag wordt bestraft

In artikel 3:194 BW is bepaald: “Een deelgenoot die opzettelijk tot de gemeenschap behorende goederen verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt, verbeurt zijn aandeel in die goederen aan de andere deelgenoten.” Komen de andere deelgenoten er achter dat iemand een gemeenschappelijk goed (bijvoorbeeld een bankrekening in het buitenland) heeft verzwegen, dan moet het goed niet alsnog verdeeld worden tussen diegene en de andere deelgenoten, maar hij of zij verbeurt dan zijn of haar aandeel in het gemeenschappelijk goed dat in eerste instantie verzwegen is. Dit betekent dat degene die iets heeft verzwegen niet meer meedeelt in (de waarde van) het gemeenschappelijk goed. Dit is een vergaande sanctie. Deze sanctie is volgens de wetgever op zijn plaats omdat anders op een gemakkelijke manier deelgenoten door een of meer andere deelgenoten benadeeld kunnen worden.

 

De Hoge Raad over verbeuren

De Hoge Raad oordeelde op 22 december 2017 over de vraag of er sprake was van het opzettelijk verzwijgen van Luxemburgse banktegoeden. In deze casus speelde de vraag wanneer er sprake is van opzet. Is hiervan sprake als iemand weet dat er goederen zijn, maar daar desondanks niets over zegt, of moet iemand ook het oogmerk hebben gehad de andere deelgenoten te benadelen? De Hoge Raad heeft geoordeeld dat niet is vereist dat een deelgenoot het oogmerk moet hebben gehad om de andere deelgenoten te benadelen. Het is voldoende dat de deelgenoot weet van een vermogensbestanddeel, maar dit verzwijgt. Dat er sprake is van opzet moet overigens wel worden bewezen door degene die zich beroept op de rechtsgevolgen van artikel 3:194 lid 2 BW en dat is soms geen gemakkelijke opgave.

 

Sanctie inroepen

Heeft één van uw mede-erfgenamen gezwegen over een woning in Spanje of heeft uw ex-partner in een echtscheidingsprocedure niets gezegd over het banksaldo in Zwitserland, dan heeft hij / zij wellicht zijn aandeel in dit goed verbeurd. Het is dan aan u om ervoor te zorgen dat de sanctie correct wordt ingeroepen. Laat u hierover goed adviseren.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.