Inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt

In erfrechtkwesties komt het met enige regelmaat voor dat nabestaanden belang hebben bij inzage in het medisch dossier van een overledene. Denk bijvoorbeeld aan kinderen van een overledene die het laatst opgemaakte testament nietig willen laten verklaren omdat de overledene ten tijde van het opmaken van dit testament niet in staat was zijn of haar wil te bepalen. Op dit moment hebben nabestaanden wettelijk bezien enkel recht op inzage als de patiënt daarvoor toestemming heeft gegeven. Met de inwerkingtreding van wetsvoorstel 34 994 (Kamerstukken I 2018-2019, 34 994) op 1 januari 2020 worden de mogelijkheden voor nabestaanden om na het overlijden van de patiënt inzage te verkrijgen in zijn medisch dossier verruimd.

Inzagerecht nabestaanden

Op grond van wetsvoorstel 34 994 wordt aan nabestaanden de mogelijkheid geboden om op drie gronden inzage te krijgen in het medisch dossier van een overleden patiënt:

  1. De overleden patiënt heeft bij leven toestemming gegeven voor inzage na overlijden en deze toestemming is schriftelijk of elektronisch vastgelegd;
  2. De nabestaande heeft op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg een mededeling van een zorgaanbieder ontvangen dat een incident plaats heeft gevonden;
  3. De nabestaande heeft een zwaarwegend belang bij inzage en kan aannemelijk maken dat dit belang wordt geschaad. Daarnaast moet inzage noodzakelijk zijn voor de behartiging van dit belang.

Deze gronden zullen in een nieuw artikel in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) worden opgenomen, en wel in artikel 7:458a BW.

De gronden voor het inzagerecht en erfrechtkwesties

In erfrechtkwesties zal – wanneer toestemming van de overleden patiënt ontbreekt – de derde grond relevant zijn. Deze derde grond is een grond die reeds in de jurisprudentie tot ontwikkeling is gekomen. Omdat het belang van de nabestaande niet persé parallel loopt met het belang van de overleden patiënt, worden aan deze derde grond hogere eisen gesteld: de nabestaande moet aannemelijk maken dat zijn zwaarwegend belang wordt geschaad én dat inzage noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel worden enkele voorbeelden genoemd van situaties waarin sprake is van een zwaarwegend belang: het aanvechten van een rechtshandeling (zoals het wijzigen van een testament), het aantonen dat iemand de zorg van een goed vertegenwoordiger heeft betracht in het kader van een civiele procedure en het vermoeden van een medische fout.

Wie kan een beroep doen op het inzagerecht in erfrechtkwesties?

Omdat niet te voorzien is welke zwaarwegende belangen in aanmerking komen voor het inzagerecht, is er door de wetgever voor gekozen om de groep personen die een beroep kunnen doen op het inzagerecht uit hoofde van de derde grond niet te beperken. De nieuwe wettekst spreekt daarom over ‘een ieder’.

Advies

Heeft u het vermoeden dat uw vader, moeder of ander familielid zijn of haar testament heeft gewijzigd of heeft laten opstellen in een periode waarin hij of zij niet meer in staat was tot een redelijke waardering van zijn of haar belangen, laat u dan adviseren door een van onze erfrechtspecialisten. Met de wetswijziging rondom het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt kunt u eenvoudiger dan voorheen inzage in het medisch dossier afdwingen. Maak daar gebruik van!

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.