De erfrechtadvocaat wordt regelmatig geconfronteerd met een schenking die tot stand is gekomen onder bedenkelijke omstandigheden. Het komt geregeld voor dat kwetsbare ouderen ongebruikelijke schenkingen verrichten aan iemand die misbruik maakt van hun positie. De erfrechtadvocaat kan dan onderzoeken of de schenking kan worden vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden.
Vernietiging schenking op grond van misbruik van omstandigheden
Iemand maakt misbruik van omstandigheden als diegene weet dat een ander door bijzondere omstandigheden wordt bewogen tot het verrichten van een schenking, maar ondanks deze wetenschap de totstandkoming van die schenking toch bevordert, terwijl dit hem daarvan zou moeten weerhouden. Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin een hoogbejaarde alleenstaande dementerende vrouw als bedankje voor een eenmalige vriendendienst van de buurman hem een schenking wil geven van € 100.000,00. Wanneer een schenking onder invloed van misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen, is de schenking vernietigbaar.
Omkering bewijslast bij vernietiging schenking op grond van misbruik van omstandigheden
De hoofdregel van het Nederlandse bewijsrecht luidt: wie stelt, bewijst! Deze hoofdregel gaat echter niet altijd op; uit een wettelijke bepaling kan een andere bewijslastverdeling voortvloeien. Zo ook uit artikel 7:176 BW dat van toepassing is op de vernietiging van schenkingen wegens misbruik van omstandigheden. In artikel 7:176 BW wordt de bewijslast omgedraaid. Artikel 7:176 BW bepaalt dat de bewijslast van het tegendeel, dat er dus geen sprake is van misbruik van omstandigheden, op de begiftigde rust. Deze omgekeerde bewijslast geldt overigens niet als de schenking is aangegaan bij notariële akte of de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzetten.
Vernietiging schenking na overlijden
Vaak komt pas na het overlijden van de schenker aan het licht dat er schenkingen zijn gedaan onder invloed van misbruik van omstandigheden. Een erfrechtadvocaat kan in dat geval namens de erfgenamen van de schenker alsnog de schenking vernietigen. De erfgenamen komt die bevoegdheid toe omdat zij rechtsopvolger van de schenker zijn. Ondertussen is er al heel wat gepubliceerde rechtspraak over vernietiging van schenkingen op grond van misbruik van omstandigheden, ook na overlijden op verzoek van de erfgenamen.
De executeur en de vernietiging van schenkingen
Als er sprake is van een executeur geldt dat hij de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid is privatief, hetgeen betekent dat de executeur met uitsluiting van de erfgenamen bevoegd is. Als er sprake is van een executeur dan komt de bevoegdheid tot vernietiging van een schenking op grond van misbruik van omstandigheden dan ook aan de executeur toe. Zo ook in de onlangs gepubliceerde uitspraak van Rechtbank Amsterdam 3 april 2019 (ECLI:NL:RBAMS:2019:10274). In deze zaak hadden drie van de vier erfgenamen per persoon een bedrag van € 200.000,00 ontvangen van moeder. Na het overlijden van moeder start de executeur, niet zijnde een erfgenaam, een procedure tegen de begiftigden om de bedragen terug te halen naar de nalatenschap. De executeur beroept zich daarbij onder andere op misbruik van omstandigheden en de omkering van de bewijslast van artikel 7:176 BW. Volgens de bewijslastverdeling van artikel 7:176 BW zouden de begiftigden nu moeten aantonen dat géén sprake is van misbruik van omstandigheden.
De rechtbank erkent dat aan de executeur de bevoegdheid toekomt om een beroep te doen op vernietiging van de schenking op grond van misbruik van omstandigheden, maar acht de omkering van de bewijslast van artikel 7:176 BW in deze zaak in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Volgens de rechtbank heeft de wetgever met artikel 7:176 BW met name de positie van de schenker willen versterken. In dit geval is de schenker overleden en doet een ander dan de schenker, namelijk de executeur, een beroep op dit artikel. De rechtbank oordeelt dat de executeur geen belanghebbende is, dat zijn de erfgenamen. De belangen van de erfgenamen zijn strijdig met elkaar: de schenking is in het belang van drie erfgenamen en niet in het belang van één erfgenaam. Bovendien volgt uit de aangevoerde feiten dat moeder bij meerdere gelegenheden haar wens heeft geuit om aan de drie erfgenamen de schenkingen te doen. Dit alles leidt er volgens de rechtbank toe dat het in dit geval in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid is om de bewijslast dat er géén sprake is van misbruik van omstandigheden bij de begiftigden te leggen. Dit heeft tot gevolg dat de executeur moet bewijzen dat sprake is van misbruik van omstandigheden.
Hoofdregel blijft omkering bewijslast bij vernietiging schenkingen
De door de Rechtbank Amsterdam aangenomen uitzondering op de omkering van de bewijslastregel voor de executeur, blijft een echte uitzondering. Normaliter geldt dat als er geen notariële akte is opgesteld van een schenking, de bewijslast op de begiftigde rust dat er geen sprake is van misbruik van omstandigheden. Dat wordt nog eens onderstreept door een recentere (latere) uitspraak van de Hoge Raad 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1240 waaruit de conclusie kan worden getrokken dat juist niet te snel moet worden afgeweken van de bewijslastverdeling uit artikel 7:176 BW op grond van de redelijkheid en billijkheid.
Vernietiging schenkingen na overlijden is mogelijk
De hoofdregel van artikel 7:176 BW die bepaalt dat de bewijslast wordt omgekeerd bij een beroep op misbruik van omstandigheden bij een schenking blijft in het merendeel van de gevallen overeind. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de rechter niet te snel op grond van de tenzij-bepaling deze gunstige bewijsregel aan de kant mag zetten. Als de rechter toch kiest voor een andere bewijslastverdeling dan dient hij zijn beslissing goed te motiveren. Artikel 7:176 BW blijft daarmee een belangrijk en krachtig middel voor een erfrecht advocaat om een schenking te vernietigen op grond van misbruik van omstandigheden.