Bij het berekenen van alimentatie blijft het kindgebonden budget de gemoederen bezig houden. Zo heeft het Gerechtshof Den Haag enige tijd geleden een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad gesteld. Het Gerechtshof Den Haag heeft de Hoge Raad gevraagd op welke wijze met het kindgebonden budget dient te worden omgegaan bij het berekenen van alimentatie: voorziet het kindgebonden budget gedeeltelijk in de behoefte van de alimentatiegerechtigde of dient het enkel beschouwd te worden als een ondersteunende maatregel die ten goede komt aan de kinderen.
Op 7 juli 2017 heeft de Hoge Raad besloten dat het kindgebonden budget niet meetelt bij het vaststellen van de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Feitelijk betekent dit dat het kindgebonden budget enkel wordt meegenomen bij de berekening van de kinderalimentatie. Deze beslissing van de Hoge Raad zal tot gevolg hebben dat het kindgebonden budget volledig ten goede zal komen van de kinderen.