Kindgebonden budget voor ouder of kind?

Al vanaf april 2013 wordt de kinderalimentatie op een andere wijze berekend dan de partneralimentatie. De kinderalimentatie wordt in tegenstelling tot de partneralimentatie vanaf deze datum forfaitair berekend. Deze forfaitaire berekenwijze heeft tot doel de hoogte van de kinderalimentatie eenvoudiger te kunnen vaststellen. Lange tijd heeft er evenwel onduidelijkheid bestaan over de wijze waarop dient te worden omgegaan met het mogelijk door de verzorgende ouder te ontvangen kindgebonden budget. Voor de kinderalimentatie bestaat er op dit moment duidelijkheid, maar hoe zit het bij de partneralimentatie?

 

Achtergrond

Met de hierboven bedoelde wetswijziging staat wettelijk vast dat kinderalimentatie voorrang heeft boven de partneralimentatie. Daarnaast wordt de kinderalimentatie voortaan met een eenvoudige forfaitaire berekenwijze vastgesteld, waarbij eerst het netto besteedbaar inkomen (hierna: “NBI”) wordt berekend. Op dit NBI wordt een redelijke woonlast (30% van het NBI) en een bedrag van € 905,00 (2017) in mindering gebracht. Van het resterende bedrag is 70 % beschikbaar als draagkracht voor het betalen van kinderalimentatie.

Fiscale wijzigingen

Tot 1 januari 2015 bestond de alleenstaande ouderkorting. Dit was een fiscaal voordeel (een heffingskorting) voor alleenstaande ouders die (grotendeels) de zorg hadden voor hun kinderen. Bij de berekening van kinderalimentatie werd dit belastingvoordeel aangemerkt als inkomen(sondersteuning) en als zodanig meegenomen bij het inkomen van de verzorgende ouder.

Met het afschaffen van de alleenstaande ouderkorting per 1 januari 2015 werd het kindgebonden budget (een inkomensafhankelijke toeslag, waarbij de hoogte van de toeslag afhankelijk is van het inkomen, het aantal kinderen in het gezin en hun leeftijd) verhoogd met de alleenstaande ouderkop. Onduidelijk was op welke wijze hiermee om diende te worden gegaan bij de berekening van kinderalimentatie.

In één van de eerste uitspraken hierover (HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:22015:3011) is duidelijk geworden dat het kindgebonden budget inclusief alleenstaande ouderkop geen rol speelt bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de bepaling van de draagkracht van de ouder die dit kindgebonden budget ontvangt. Met andere woorden: Het kindgebonden budget wordt aangemerkt als inkomen(sondersteuning). Dit is op zich te begrijpen daar waar het gaat om de vaststelling van inkomen en de verhouding waarin ouders dienen bij te dragen in de kosten van hun kinderen.

Gevolgen partneralimentatie

Grote vraag is of dit kindgebonden budget inclusief alleenstaande ouderkop ook als het gaat om partneralimentatie een rol speelt bij de vaststelling van het inkomen van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Diverse gerechtshoven hebben op dit punt verschillend geoordeeld.

Rapport alimentatienormen 2017

Ieder jaar komt er een rapport uit over de te hanteren alimentatienormen. Dit rapport wordt gemaakt door een expertgroep en wordt door rechters veelal gevolgd.

In het rapport alimentatienormen 2017 wordt bij de vaststelling van de partneralimentatie het kindgebonden budget als inkomen van de onderhoudsgerechtigde aangemerkt. Kanttekening hierbij is dat deze opmerking wordt gemaakt in het kader van de jus-vergelijking, een vergelijking waarmee wordt voorkomen dat de onderhoudsplichtige partner in een financieel nadeligere positie komt te verkeren dan de onderhoudsgerechtigde partner.

Prejudiciële vraag

Inmiddels heeft het gerechtshof in Den Haag een prejudiciële vraag gesteld aan de Hoge Raad (gerechtshof Den Haag 22 februari 2017 ECLI:NL:GHDHA:2017:412). De vraag is als volgt:

“…moet in het kader van de vaststelling van de op voet van artikel 1:157 BW door de één aan de ander (gewezen) echtgenoot verschuldigde uitkering tot levensonderhoud rekening worden gehouden met het door de onderhoudsgerechtigde echtgenoot ontvangen kindgebonden budget inclusief de alleenstaande ouderkop, door dit te beschouwen als inkomen van de laatstgenoemde echtgenoot, met als gevolg dat het kindgebonden budget in mindering strekt op diens behoefte aan een uitkering tot levensonderhoud danwel is bij het kindgebonden budget sprake van een overheidsbijdrage van aanvullende aard waarvan het karakter meebrengt dat die bijdrage bij het vaststellen van die behoefte buiten beschouwing moet worden gelaten en enkel bij de berekening van de draagkracht van de onderhoudsgerechtigde (in het kader van de jus-vergelijking) in aanmerking moet worden genomen?”

Het antwoord op deze prejudiciële vraag wachten wij met spanning af. Eén ding staat vast. Het berekenen van de alimentatie wordt er niet eenvoudiger op.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.