C.E. Schnackers, “Problemen bij gezamenlijke vereffening: de kantonrechter als verlosser?”, AdvoTip 2022-9;
SDU Notamail 31 oktober 2022 nrs. 250, Rechtbank Rotterdam 29 september 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:8346
volgens hof had notaris het vermogen van de testateur voldoende onderzocht) en 251 (rechtbank wijst verzoeken af met betrekking tot loon van notaris-vereffenaar;
Rechtbank Limburg 12 oktober 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:7988.
In hun echtscheidingsconvenant kwamen erflater en zijn ex-partner overeen dat aan erflater een levensverzekeringspolis werd toebedeeld. Na overlijden van erflater keert de levensverzekeraar uit aan de ex-partner omdat zij eerste begunstigde is. De door de rechtbank benoemde vereffenaar vordert betaling van de ex-partner omdat sprake is van een quasi-legaat en de nalatenschap negatief is. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een quasi-legaat (zodat de vereffenaar dit in beginsel ook terug zou kunnen vorderen), maar wijst de vordering niettemin af: de vervaltermijn van drie jaar is immers verstreken. Peilmoment is de datum waarop de vereffenaar de ex-partner in rechte betrok en dat zijn niet de data waarop de vereffenaar buiten rechte sommeerde tot betaling over te gaan. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar dat de ex-partner zich op de vervaltermijn beroept;
Rechtbank Rotterdam 29 september 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:8346.
Erfgenaam verzocht de rechtbank een vereffenaar te benoemen, omdat een belanghebbende niet reageerde op brieven en stukken ter kennisgeving van zijn erfgenaamschap van de notaris en de deurwaarder. Een verklaring van erfrecht kon daarom niet worden opgemaakt en de nalatenschap kon derhalve niet worden afgewikkeld. De rechtbank wijst dit verzoek toe. Over het verzoek om het loon van de vereffenaar vast te stellen op basis van de door haar bestede tijd en het door haar gehanteerde uurtarief, kan de rechtbank niet oordelen, nu deze aan de kantonrechter dient te worden voorgelegd. De rechtbank wijst echter op de Recofa-richtlijnen;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 september 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:8073.
Het hof oordeelt dat twee van de drie erfgenamen-vereffenaars ongeschikt zijn om hun taak uit te oefenen, nu geen boedelbeschrijving is opgesteld en is nagelaten hun mede erfgenaam-vereffenaar van stukken te voorzien ter berekening van zijn legitieme. De primaire taak van vereffenaars om de belangen van schuldeisers voorop te stellen, komt hiermee in het gedrang. Het hof benoemt een onafhankelijke vereffenaar;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao 15 juni 2022, ECLI:NL:OGEAC:2022:169.
Een nalatenschap is in 1928 opengevallen en is deels onbeheerd gebleven. Op een tot de nalatenschap behorend perceel werden onbekenden huizen gebouwd, waardoor de waarde van het perceel steeg. De belastingschuld, bestaande uit grond- en/of onroerendzaakbelasting waarvoor de erfgenamen uiteindelijk verantwoordelijk zijn, werd daarmee steeds hoger. De rechtbank benoemt daarop een vereffenaar;
Rechtbank Rotterdam 12 mei 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:4033.
De vereffening van de nalatenschap kan niet worden afgerond, omdat één erfgenaam onvindbaar is. Op verzoek van een van de overige erfgenamen en bij ontbreken van enig verweer hiertegen door andere erfgenamen, benoemt de rechtbank een vereffenaar.
Dit artikel is onderdeel van de VereffeningsFlits december 2022. Bekijk het volledige overzicht.
VereffeningsFlits | dec. ’22