Uitleg van legaten door de vereffenaar van een nalatenschap

Al eerder verschenen er in de VereffeningsFlits artikelen over de bijzondere rol van het legaat in een vereffening (zie bijvoorbeeld de VereffeningsFlits van 16 maart 2023, ‘legaten van aandelen in de vereffening’ en 17 juni 2022, ‘het legaat in de vereffening’). De rechtbank Midden-Nederland heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin een vereffenaar met een legaat te maken had. Dit keer betrof het de uitleg van een legaat (rechtbank Midden-Nederland 22 november 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6114). Hoe dient een vereffenaar te handelen op het moment dat de tekst van het legaat niet voor zich spreekt?

Uitleg uiterste wilsbeschikkingen

Een legaat is een uiterste wilsbeschikking. De uitleg van uiterste wilsbeschikkingen is de laatste jaren niet meer weg te denken in de rechtspraak. Alleen al dit jaar verscheen er maandelijks een uitspraak in de lagere rechtspraak waarin de uitleg van een uiterste wilsbeschikking centraal stond. En eind vorig jaar oordeelde de Hoge Raad nog over een uitlegkwestie (Hoge Raad 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1531). Artikel 4:46 BW geeft aan op welke manier uiterste wilsbeschikkingen moeten worden uitgelegd. Het gegeven dat de tekst van een uiterste wilsbeschikking in eerste instantie duidelijk lijkt, hoeft er niet aan in de weg te staan dat de uiterste wilsbeschikking toch uitgelegd moet worden.

Uit lid 1 van artikel 4:46 BW volgt dat bij de uitlegging van een uiterste wilsbeschikking moet worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen. In de parlementaire geschiedenis is te lezen dat het ook om verhoudingen kan gaan die niet uit de uiterste wil af te leiden zijn (Parl. Gesch. BW Boek 4 2002, p. 277). Het woord ‘kennelijk’ laat zien dat er sprake moet zijn van een objectieve uitleg.

Casus rechtbank Midden-Nederland

In de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 22 november 2023 ging het om een legaat met de volgende inhoud (rov 2.4):

D. Legaat geldbedrag

  1. Legaat

Ik legateer aan mijn moeder, mevrouw [B] , wonende te [postcode 1] [woonplaats 2] , [adres 1] , geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] negentienhonderd tweeënveertig, een bedrag in contanten gelijk aan de waarde in het economisch verkeer van de tot mijn nalatenschap behorende woning [adres 2] te [postcode 2] [plaats] ten tijde van mijn overlijden, verminderd met:

  • de schuld(en) aangegaan ter verwerving en/of verbetering en/of onderhoud van voormelde woning die ten tijde van mijn overlijden bestaan, en
  • andere schulden als de hiervoor bedoelde, voor zover voor de voldoening van deze andere schulden zekerheid in de vorm van hypotheek is gegeven op de hiervoor vermelde woning,

een en ander slechts voorzover het verschil tussen de waarde van de voormelde woning en de voormelde schuld(en) hoger is dan tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00).

(…)

  1. Subsidiair legaat

Indien het legaat ten behoeve van de legataris geen effect sorteert, komt het legaat toe aan mijn broer, de heer [eiser] , wonende te [postcode 3] [woonplaats 3] , [adres 3] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] negentienhonderd vijfenzestig, zulks onder dezelfde bepalingen, op welk legaat ik de regels van plaatsvervulling van overeenkomstige toepassing verklaar.

(…).

Moeder verwerpt het legaat, waardoor de broer van erflaatster legataris wordt. De waarde van de woning ten tijde van het overlijden is vastgesteld op € 250.000,00 en er zijn verder geen relevante schulden. De broer van erflaatster stelt zich onder meer op het standpunt dat hij op basis van dit legaat € 250.000,00 uit de nalatenschap moet ontvangen. In een brief van een kantoorgenoot van de vereffenaar is dit bedrag in eerste instantie ook zo naar de broer gecommuniceerd. Later heeft de vereffenaar zich op het standpunt gesteld dat het legaat een omvang van € 50.000,00 heeft.

De discussie tussen de vereffenaar en de broer gaat over de uitleg van de zinsnede: “een en ander slechts voorzover het verschil tussen de waarde van de voormelde woning en de voormelde schuld(en) hoger is dan tweehonderdduizend euro (€ 200.000,00).

Standpunt vereffenaar nalatenschap over omvang legaat

Volgens de broer had de vereffenaar in eerste instantie laten weten dat het legaat een omvang van € 250.000,00 had en mocht hij daar later niet meer op terug komen. De rechtbank oordeelt dat de vereffenaar er in zijn brief, waarin dit bedrag stond opgenomen, in eerste instantie vanuit is gegaan dat dit het juiste bedrag was. Er was volgens de rechtbank echter nog geen sprake van een definitief standpunt waar de broer rechten aan kon ontlenen (rov 4.8). Toch lijkt het verstandig voor de vereffenaar van een nalatenschap om bij dit soort legaten voorzichtig te communiceren en duidelijk te maken dat er nog geen sprake is van een definitief standpunt.

Opvragen uitleg aan notaris die testament heeft gepasseerd

Na het opstellen van de brief heeft de vereffenaar contact opgenomen met de notaris die de akte heeft gepasseerd om te vragen op welke manier de betreffende zinsnede moet worden gelezen. Is ermee bedoeld te zeggen dat de broer enkel een legaat toekomt als het verschil tussen de waarde van de woning en de schulden meer dan € 200.000,00 bedraagt en verkrijgt de broer in die situatie dan de volledige overwaarde van de woning? Of is aan de broer het bedrag gelegateerd van dat gedeelte van de overwaarde dat boven de € 200.000,00 uitkomt? In het laatste geval is de omvang van het legaat € 50.000,00.

De notaris geeft aan dat de laatste uitleg de juiste is. Hij heeft zich voor deze uitleg gebaseerd op de toelichting die hij bij de uitleg van het concepttestament ten behoeve van erflaatster had opgesteld.

Daarnaast is de vereffenaar van mening dat de woorden ‘voor zover’ in de zinsnede een gelijke uitleg moeten krijgen als in de artikelen 4:13 lid 4 en 4:84 BW. De vereffenaar komt daarmee tot de conclusie dat er sprake is van een legaat van € 50.000,00.

Vaststellen vorderingsrecht, artikel 4:223 lid 2 BW

De broer stelt in de dagvaarding dat het bedrag van het legaat moet worden vastgesteld op de volledige overwaarde van de woning en niet op de overwaarde voor zover die overwaarde meer is dan € 200.000,00. De rechtbank leest hierin een procedure waarbij de legataris, als schuldeiser van zijn nalatenschap, zijn vordering wil laten vaststellen (artikel 4:223 lid 2 BW).

De rechtbank oordeelt dat de vereffenaar het legaat op de juiste wijze heeft uitgelegd. Er is sprake van een legaat van € 50.000,00. Daarbij geeft de rechtbank nog aan dat de vereffenaar correct heeft gehandeld door informatie op te vragen bij de notaris om het legaat te kunnen uitleggen.

Tot slot over uitleg van uiterste wilsbeschikkingen door de vereffenaar

Het behoort tot de taak van de vereffenaar om inzicht te krijgen in de alle schulden en goederen van de nalatenschap. Op het moment dat de exacte omvang van de schuld niet helder is, dan mag de vereffenaar hier nader onderzoek naar verrichten en een mening hierover vormen c.q. een standpunt hierover innemen. Dat uitleg nodig is van een legaat is niet ondenkbaar, mede gezien de voorbeelden over uitleg van legaten in de rechtspraak. De vereffenaar doet er verstandig aan om voorzichtig te communiceren over de omvang van het legaat op het moment dat de uiterste wilsbeschikking niet geheel duidelijk is.

Blijft er ook na het onderzoek van de vereffenaar onduidelijkheid bestaan over de omvang van het legaat, dan heeft de vereffenaar de mogelijkheid om de kantonrechter hierover in te lichten (artikel 4:210 lid 1 BW). Dit leidt mogelijk tot een aanwijzing van de kantonrechter over de wijze van uitleg van het legaat of de stappen die gezet moeten worden om tot de vaststelling van de omvang van het legaat te komen. De legataris behoort tot een speciale categorie van schuldeisers, onder meer omdat de vereffenaar actief de legataris moet informeren over het bestaan van het legaat. (Aangenomen wordt, dan artikel 4:119 BW ook voor de vereffenaar geldt.) Als de omvang van de vordering niet vaststaat, levert dat een complexiteit op bij het informeren van de legataris. De uitleg van het legaat valt echter niet direct binnen de gewone taakuitoefening van de vereffenaar, waardoor een aanwijzing verkrijgen tot de mogelijkheden behoort.

Een andere manier voor de vereffenaar om duidelijkheid te krijgen over de uitleg van het legaat is een procedure starten die leidt tot een verklaring voor recht inzake de uitleg van het legaat.

Indien de vereffenaar zelfstandig in staat is om tot een onderbouwde uitleg van het legaat te komen en is de legataris het niet eens met deze uitleg, dan heeft de legataris de mogelijkheid om zijn vorderingsrecht te laten vaststellen op grond van artikel 4:223 lid 2 BW.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.