Per 1 januari 2024 is de wettelijke rente (voor niet-handelstransacties) verhoogd van 6% naar 7%. Die verhoging van één procentpunt wegens vertraging in de voldoening van een geldsom lijkt niet zo spannend, maar voor erfrechtelijke kwesties kan het wel degelijk relevant zijn dat deze wettelijke rente, voor het eerst sinds 1 augustus 2003, weer hoger is dan 6%. Dit betekent namelijk dat kinderen bij een wettelijke verdeling en legitimarissen sinds dit jaar weer recht hebben op een wettelijke verhoging van hun vorderingen.
De wettelijke rente
Iemand die in verzuim is met de betaling van een geldsom, is wettelijke rente over die geldsom verschuldigd. Van verzuim is sprake als een schuldenaar na een ingebrekestelling de vordering onbetaald laat. Die wettelijke rente vormt dan een vergoeding van de schade die de schuldeiser lijdt door vertraging in de voldoening van een geldsom. Het gaat daarbij om een samengestelde rente, waarvan de hoogte periodiek bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld.
Bij de invoering van het huidige erfrecht op 1 januari 2003 bedroeg deze wettelijke rente nog 7%. Vervolgens heeft deze vanaf 1 augustus 2003 steeds geschommeld tussen de 2% en 6%. Met ingang van 1 januari is de hoogte van de wettelijke rente vastgesteld op 7%, waardoor deze na meer dan 20 jaar dus weer boven de 6% uitkomt. Dat kan in erfrechtelijke kwesties van belang zijn, omdat twee soorten beperkt opeisbare vorderingen vermeerderd worden met een percentage, gelijk aan dat van de wettelijke rente voor zover deze hoger is dan 6%: die van een kind na de wettelijke verdeling van een nalatenschap, en die van een kind dat een beroep doet op de legitieme portie.
De vordering uit de wettelijke verdeling
Voor zover daarvan niet bij testament is afgeweken, geldt sinds 1 januari 2003 de wettelijke verdeling van de nalatenschap van iemand die een echtgenoot en kinderen achterlaat. Op grond van die wettelijke verdeling verkrijgt de langstlevende echtgenoot van rechtswege alle goederen van de nalatenschap, onder de verplichting om alle schulden van de nalatenschap voor zijn rekening te nemen. De kinderen krijgen dan een vordering in geld op de langstlevende echtgenoot ter grootte van hun erfdeel, die nog niet opeisbaar is. Pas bij overlijden (of faillissement of schuldsanering) van de langstlevende echtgenoot kunnen de kinderen deze vordering opeisen. Tot die tijd is er geen sprake van een verzuim van de langstlevende echtgenoot, en kunnen de kinderen dus ook geen aanspraak maken op vergoeding van de wettelijke rente als hiervoor bedoeld.
Toch kan een kind op grond van een testament of op grond van de wet recht hebben op vermeerdering van zijn niet-opeisbare vordering met een zeker percentage. Dat kan de erflater in zijn testament bepaald hebben. Als in het testament niet bepaald is dat de kinderen recht hebben op een (evenmin opeisbare) rente over hun vordering, bepaalt de wet dat die vorderingen vermeerderd worden met een jaarlijkse enkelvoudige rente waarvan de hoogte overeenkomt met die van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan 6. En, zoals gezegd, op dit moment is die wettelijke rente 7% en daarmee voor het eerst sinds meer dan 20 jaar weer hoger dan 6%. Kinderen die betrokken zijn in een wettelijke verdeling, zien hun (niet-opeisbare) vordering op de langstlevende echtgenoot per 1 januari 2024 in dat geval dus jaarlijks verhoogd worden met – op dit moment – 1%.
De vordering uit de legitieme portie
Een kind van een erflater heeft recht op een legitieme portie. Dat is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater waarop een kind als legitimaris in weerwil van giften en uiterste wilsbeschikkingen van zijn ouder aanspraak op kan maken. Het gaat om een geldvordering van het kind op de nalatenschap, ter grootte van de helft van zijn wettelijke erfdeel, berekend over het saldo van de nalatenschap en de hiervoor relevante giften die de erflater gedaan heeft. Ook deze vordering van een legitimaris is niet meteen na het openvallen van een erfenis opeisbaar. Deze is in ieder geval niet eerder dan zes maanden na overlijden van de erflater opeisbaar. Als sprake is van een wettelijke verdeling van de nalatenschap en de legitimaris voor zijn legitieme portie dus bij de langstlevende echtgenoot moet aankloppen, is de vordering pas opeisbaar bij overlijden (of faillissement of schuldsanering) van die echtgenoot. Ook kan bij testament bepaald worden dat een legitimaire vordering voor zover die ten laste komt van de langstlevende echtgenoot of de partner met wie erflater een gemeenschappelijke huishouding voerde en een notarieel samenlevingscontract had, pas opeisbaar zal worden bij overlijden van die echtgenoot/partner.
Ook voor de vordering van de legitimaris geldt: zolang deze niet opeisbaar is, kan geen sprake zijn van een verzuim, en dus ook niet van verschuldigdheid van wettelijke rente. Maar ook hier geldt een wettelijke verhoging die gekoppeld is aan de wettelijke rente zoals die verschuldigd is bij verzuim. Ook voor wat betreft de legitimaire vordering heeft de wet bepaald dat deze verhoogd wordt met een jaarlijks percentage over de hoofdsom dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan 6. Sinds 1 januari 2024 wordt dus ook een legitimaire vordering verhoogd met een enkelvoudige rente per jaar van (7% – 6% =) 1%.
Conclusie wettelijke verhoging, legitieme portie en vordering wettelijke verdeling
Het is goed om te weten dat de vordering van een kind in een wettelijke verdeling (voor zover daarvan niet bij testament is afgeweken), net als de vordering van een legitimaris, op grond van de wet weer verhoogd wordt met een percentage van, op dit moment, 1% over de hoofdsom per jaar, waar dat de afgelopen twee decennia 0% was. Daar zal dus rekening mee gehouden moeten worden wanneer de vordering opeisbaar zal zijn geworden en opgeëist wordt. Als degene die de opeisbaar geworden vordering uiteindelijk zal moeten voldoen aan het kind in verzuim zal raken met die betaling, zal het kind uiteraard wél aanspraak kunnen maken op vergoeding van de wettelijke rente over deze verhoogde vordering van (op dit moment) 7%.