Vreemdgaan loont niet…

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad een opmerkelijk arrest gewezen in een zaak over samenlevers. De feitelijke situatie is als volgt.

 

Op 3 augustus 2004 hebben de man en de vrouw een samenlevingsovereenkomst gesloten, waarin zij de vermogensrechtelijke gevolgen van hun samenleving hebben geregeld. Als gevolg van het sluiten van deze samenlevingsovereenkomst is de financiële positie van de vrouw aanzienlijk verbeterd ten opzichte van haar financiële positie van vóór het sluiten van deze samenlevingsovereenkomst.

De man en de vrouw hebben al gedurende lange tijd een relatie voordat de samenlevingsovereenkomst wordt gesloten. Dit betreft nadrukkelijk geen open relatie. Gebleken is echter dat zowel de man als de vrouw gedurende de relatie is vreemdgegaan, de man in 1992 en de vrouw vanaf augustus 2003 tot en met december 2003 alsook in de periode juni en juli 2004, dus vlak vóór het sluiten van de samenlevingsovereenkomst.

Inmiddels is de relatie tussen de man en de vrouw definitief geëindigd. In deze procedure heeft de man zich op het standpunt gesteld dat hij de samenlevingsovereenkomst nooit zou hebben gesloten als hij had geweten dat de vrouw in juni en juli 2004 wederom vreemd zou gaan. Zeker niet nu zij begin 2004 uitvoerig met elkaar hebben gesproken over de toekomst van hun relatie.

Het hof is van mening dat de vrouw haar affaire had dienen op te biechten. Nu dit niet is gebeurd, wordt het beroep op dwaling gehonoreerd hetgeen tot gevolg heeft dat de vrouw geen aanspraak kan maken op de in de samenlevingsovereenkomst toegekende financiële voordelen. De Hoge Raad laat dit oordeel van het hof in stand.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.