Het loon van de vereffenaar van een nalatenschap houdt de gemoederen bezig. In de rechtspraak komen steeds meer uitspraken voorbij waaruit duidelijk wordt hoe de RECOFA- richtlijnen (de richtlijnen bevatten regels voor de behandeling van faillissementen) moeten worden toegepast bij de vereffening van een nalatenschap. De door de rechtbank benoemde vereffenaar weet inmiddels wel dat hij bij het uitvoeren van de vereffening moet letten op kostenefficiëntie (werkzaamheden delegeren) en op welke werkzaamheden wel en welke werkzaamheden niet binnen het bereik van de vereffening vallen. In dat kader is ook lezenswaardig het eerder hierover verschenen artikel van mijn kantoorgenoot mr. De Weerd: “Kostenefficiëntie, uitbesteding en reikwijdte werkzaamheden en het loon van de benoemde vereffenaar van de nalatenschap”.
Mogelijk treedt u niet alleen regelmatig op als benoemd vereffenaar, maar adviseert u ook erfgenamen over de werkzaamheden die zij als vereffenaars uitvoeren in het kader van de lichte vereffening. Steeds vaker zien we ook dat erfgenamen een derde een volmacht geven om namens hen te vereffenen. Het is dan van belang om goed te letten op de afspraken die met de erfgenamen worden gemaakt over de betaling van de kosten.
Een gevolmachtigde van de vereffenaar van een nalatenschap heeft geen recht op loon.
Recent heeft de rechtbank Midden-Nederland in haar uitspraak van 15 maart 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:1529, geoordeeld dat de gevolmachtigde van de (erfgenaam-) vereffenaar geen recht heeft op loon.
De rechtbank Midden-Nederland heeft in deze zaak uitspraak gedaan over een kwestie waarbij iemand als gevolmachtigde optrad namens een beneficiair aanvaard hebbende erfgenaam (partner van de overledene) en als gevolmachtigde vereffeningskosten heeft gemaakt. De betreffende gevolmachtigde heeft namens de erfgenaam vervolgens een boedelbeschrijving ter inzage gelegd bij de rechtbank, met de mededeling dat de nalatenschap negatief is. Op de betreffende boedelbeschrijving zijn de vereffeningskosten (waaronder klaarblijkelijk het loon van de betreffende gevolmachtigde) meegenomen voor een – aldus de rechtbank – hoog bedrag. Nadat de boedelbeschrijving ter inzage is gelegd, is de gevolmachtigde door de kantonrechter uitgenodigd om ter zitting te verschijnen vanwege de opgevoerde vereffeningskosten. Ter zitting heeft de gevolmachtigde verzocht om zijn loon als vereffeningskosten vast te stellen en dat verzoek heeft hij na de zitting – op verzoek van de kantonrechter – nog schriftelijk toegelicht.
De kantonrechter heeft het verzoek van de betreffende gemachtigde vervolgens afgewezen en overweegt daarbij dat op grond van artikel 4:206 lid 3 BW enkel de door de rechtbank benoemde vereffenaar recht heeft op loon; er is ook geen andere grondslag die een gevolmachtigde van een erfgenaam recht op loon zou geven. De kantonrechter verwijst in dat kader nog naar de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter, die hier duidelijk over is. De Richtlijnen Vereffening nalatenschappen bieden mogelijk wel een opening, nu hierin is bepaald dat slechts in uitzonderingssituaties toekenning van loon denkbaar is. De gevolmachtigde van de vereffenaar was van mening dat zich in de betreffende casus een dergelijke uitzonderingssituatie voor deed. Erflater had namelijk een eenmanszaak, maar er was geen deugdelijke administratie bijgehouden. De gevolmachtigde stelde dat aan de inventarisatie hiervan veel tijd was besteed. De kantonrechter oordeelde dat dit onvoldoende was om te spreken van een uitzonderingssituatie ten aanzien van het recht op loon. Vereffeningen van nalatenschappen nemen in veel gevallen veel tijd in beslag en regelmatig krijgen de erfgenamen te maken met een gebrekkige financiële administratie en een tegenvallend actief. De kantonrechter overweegt in dat kader nog dat de gevolmachtigde is aangesloten bij de Nederlandse Organisatie voor Executeurs (de NOVEX) en ook in dat kader had kunnen weten dat enkel de door de rechtbank benoemde vereffenaar in aanmerking komt voor loon. Het reeds uitgekeerde “loon” moet dan ook door de gevolmachtigde worden terugbetaald.
Concluderend over het loon van de gevolmachtigde in de vereffening
Als gevolmachtigde of adviseur van een vereffenende erfgenaam doet u er goed aan om de erfgenaam te wijzen op het feit dat de kosten gemoeid met uw werkzaamheden in beginsel geen voorrangspositie hebben in de nalatenschap.
Ook in het geval de nalatenschap toereikend is om naast de schulden van de nalatenschap ook de kosten van een gevolmachtigde van de vereffenaar te voldoen, is er mogelijk minder aanleiding tot discussie, maar ook dan kunnen de kosten niet per definitie ten laste van de nalatenschap worden gebracht. Niet altijd staat deze gevolmachtigde immers alle erfgenamen bij. Daarnaast kan ook sprake zijn van de situatie dat niet alle erfgenamen op gelijke wijze gerechtigd zijn tot de nalatenschap (maar voor ongelijke delen), waarbij dan wel bij de aanvang van de werkzaamheden duidelijk moet zijn dat/ of alle erfgenamen naar rato van hun erfdeel mee zullen delen in de kosten of dat de kosten gelijkelijk over de vereffenende erfgenamen worden verdeeld. Zowel in nalatenschappen waarin er voldoende saldo is om alle schulden te voldoen, als in de ‘negatieve’ nalatenschappen, kunnen de oplopende kosten aanleiding zijn om een vereffenaar door de rechtbank te laten benoemen. Het loon van de benoemde vereffenaar heeft immers wel een voorrangspositie (uiteraard vist ook de benoemde vereffenaar alsnog achter het net, als er onvoldoende in de boedel blijkt te zitten om het loon te voldoen).