Per 1 januari 2013 is de hypotheekrente slechts aftrekbaar indien er wordt afgelost op de hypothecaire geldlening. Dit geldt voor alle “nieuwe” hypotheken afgesloten na 1 januari 2013.
Deze veranderde hypotheekregels hebben ook gevolgen voor de aftrekbaarheid van de hypotheekrente bij de verdeling van de gemeenschappelijke woning in het geval van echtscheiding.
Immers, in het geval dat de woning aan een van partijen wordt toegedeeld, zal doorgaans ook de financiering door deze partij dienen te worden gedragen. Het gedeelte van de bestaande financiering dat wordt overgenomen door de verkrijgende echtgenoot wordt voor hem/haar aangemerkt als een zogenoemde “nieuwe” eigen woningschuld. Wil voor het hem/haar de hypotheekrente van deze nieuwe schuld aftrekbaar blijven, zal dienen te worden voldaan aan de regels zoals deze gelden vanaf 1 januari 2013.
Duidelijk zal zijn dat met de veranderende hypotheekregels het van belang is een onderscheid te maken tussen bestaande en nieuwe geldleningen. Van een bestaande geldlening is in ieder geval sprake indien de verdeling van de gemeenschap heeft plaatsgevonden vóór 1 januari 2013. Dit is ook het geval wanneer vóór 1 januari 2013 in een ondertekend convenant of een ondertekend verslag van de mediator is vastgelegd aan wie en tegen welke waarde de woning wordt toegedeeld.
In deze crisistijd worden veel woningen verkocht waarna een restschuld overblijft. Zeker ook bij echtscheidingen is dit het geval. In het geval de restschuld wordt gefinancierd met een lening en de betreffende restschuld is ontstaan na 29 oktober 2012, mag de rente van deze lening gedurende maximaal tien jaar fiscaal worden afgetrokken.