Het is niet altijd een kwestie van geduld, voordat de rechtbank een verhuizing naar Limburg duldt

Mag u, zonder toestemming van de andere gezaghebbende ouder, zomaar verhuizen met minderjarige kinderen? Het antwoord op deze vraag is simpelweg: nee. De andere ouder met gezag dient hiervoor toestemming te verlenen. Wil de andere ouder met gezag geen toestemming geven, dan kan de ouder die wil verhuizen zich met een verzoek tot vervangende toestemming tot de rechtbank wenden. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek, zal de rechter alle omstandigheden van het geval in de beoordeling betrekken. In de rechtspraak zijn enkele criteria ontwikkeld, die de rechtbank betrekt bij de beoordeling van een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing. Mijn collega Nikki Deckers bespreekt deze criteria in haar bijdrage: ‘’verhuizing met minderjarige kinderen, toestemming en eenhoofdig gezag’’.

In deze bijdrage bespreek ik een uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 januari 2024. In deze zaak is de moeder met haar minderjarige kinderen naar Zuid-Limburg verhuisd. Zij had daarvoor echter geen toestemming van de vader (met gezag). De vader heeft de rechtbank verzocht om een bevel tot terugverhuizing van de moeder met de kinderen naar Rotterdam. Dit verzoek is toegewezen.

Feiten: moeder verhuist zonder toestemming met de kinderen

Uit het ontbonden huwelijk van de ouders zijn twee minderjarige kinderen geboren. Het contact tussen de vader en de kinderen is, na echtscheiding, niet goed. Er is een hulpverleningstraject gestart om het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen. In het kader van de echtscheiding heeft moeder haar wens om met de kinderen naar Zuid-Limburg te verhuizen aan vader voorgelegd, vanwege het netwerk van moeder aldaar. Vader heeft van meet af aan aangegeven niet akkoord te zijn met een verhuizing. Redenen hiervoor waren de reisafstand en de effectuering van de zorgregeling.

Vanwege onveiligheid in de thuissituatie, is moeder uiteindelijk via Veilig Thuis in een opvanglocatie met de kinderen ondergebracht, laatstelijk in Zuid-Limburg. Alhoewel moeder telkens te kennen heeft gegeven dat het om een tijdelijk verblijf ging, heeft zij dit uiteindelijk omgezet naar een parement verblijf: moeder had via urgentie een zelfstandige woning betrokken in Zuid-Limburg. Vader duldt deze verhuizing van moeder niet en wendt zich tot de rechtbank met het verzoek om terugverhuizing.

Geschil: vader staat verhuizing zonder toestemming niet toe

Vader stelt dat moeder een onvoldoende te respecteren belang had bij een verhuizing naar Limburg. Zij woonde al langdurig in Rotterdam en had voorafgaand aan de verhuizing geen werk of opleiding in Limburg. Daarnaast stelt de vader onder andere dat een terugverhuizing niet bezwaarlijk is, nu moeder en de kinderen langdurig in Rotterdam hebben gewoond en dat terugverhuizing bijdraagt aan het reeds ingezette hulpverleningstraject om tot contactherstel te komen. Moeder stelt dat een bevel terugverhuizing in strijd is met de belangen van de kinderen, vanwege een gebrek aan veiligheid en het gegeven dat er sprake is van een netwerk in Zuid-Limburg en de kinderen en moeder nu aldaar een leven hebben opgebouwd.

Beoordeling rechtbank: belangenafweging bij verhuizing zonder toestemming

De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of de belangen van de moeder om zich permanent in Zuid-Limburg te vestigen van voldoende gewicht zijn om de permanente vestiging te rechtvaardigen. Deze vraag wordt door de rechtbank ontkennend beantwoord. Daarbij neemt de rechtbank de eerder genoemde criteria in overweging en overweegt daartoe onder andere het navolgende:

  1. Moeder is willens en wetens verhuisd naar Zuid-Limburg, terwijl zij daarvoor geen toestemming had van vader;
  2. De fysieke afstand tussen Rotterdam en Limburg belemmert het contactherstel tussen vader en de kinderen en de uiteindelijk beoogde zorgregeling tussen hen;
  3. Het veiligheidsrisico dat door moeder wordt gesteld, wordt door haar onvoldoende onderbouwd;
  4. Het belang van de kinderen staat een terugverhuizing niet in de weg.

De rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat aan de zijde van de moeder geen noodzaak bestond om zich permanent in Zuid-Limburg te vestigen, anders dan het argument dat zij graag in Zuid-Limburg wil wonen, omdat haar familie en sociale netwerk daar woonachtig is. Dit argument is – tegen het licht van de feiten en omstandigheden – echter van ondergeschikt belang. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat moeder dient terug te verhuizen, uiterlijk op 1 augustus 2024. Nu de moeder geen enkele blijk heeft gegeven dat zij op vrijwillige basis zal terugverhuizen naar Rotterdam, verbindt de rechtbank Limburg een dwangsom aan het bevel tot terugverhuizing van € 100,00 per dag vanaf 2 augustus 2024 met een maximum van € 10.000,00.

Conclusie: toestemming bij verhuizing nodig

Kortom, ‘’bezint eer ge begint’’. Alhoewel een verhuizing naar Zuid-Limburg op niet-juridische gronden prima te rechtvaardigen valt, kan een verhuizing zonder toestemming van de andere ouder met gezag u duur komen te staan. Zorg dus altijd voor de noodzakelijke toestemming. Lukt dit niet in onderling overleg, neem dan contact op met een van onze advocaten.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.