De hoogte van alimentatie en een wijziging van omstandigheden
De hoogte van alimentatie wordt bepaald aan de hand van de wettelijke maatstaven te weten behoefte (wat heeft de onderhoudsgerechtigde nodig) en draagkracht (wat kan de onderhoudsplichtige betalen). In de wet is bepaald dat een alimentatiebijdrage, of deze nu in een rechterlijke uitspraak of in een overeenkomst is opgenomen, kan worden gewijzigd indien er sprake is van een wijziging van omstandigheden en de alimentatie door die wijziging niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet.
Alimentatie en Corona
U kunt zich voorstellen dat de gevolgen van de coronacrisis aanleiding geven om een verzoek tot wijziging van de alimentatie bij de rechtbank in te dienen. Niet te ontkennen valt immers dat de coronacrisis van invloed is op de economische situatie en dus op het inkomen van velen. Vanzelfsprekend dient een dergelijk verzoek goed onderbouwd te worden. Aangetoond dient te worden wat uw inkomen was ten tijde van het vaststellen of overeenkomen van de alimentatie. Voorts dient inzichtelijk te worden gemaakt wat uw huidige inkomen is. Indien vast komt te staan dat de alimentatie niet langer aan de wettelijke maatstaven voldoet, zal de rechtbank de alimentatie in overeenstemming met deze maatstaven wijzigen.
Alimentatie, Corona en het niet-wijzigingsbeding
Wat gebeurt er indien u bij het overeenkomen van de alimentatie in het echtscheidingsconvenant voor zekerheid hebt gekozen, en hebt opgenomen dat bij een wijziging van omstandigheden de alimentatie niet gewijzigd kan worden? Een dergelijk niet-wijzigingsbeding wordt nogal eens gekoppeld aan de partneralimentatie in een echtscheidingsconvenant. Dit is een geldig beding indien het schriftelijk is overeengekomen en het verzoek tot echtscheiding binnen drie maanden na de ondertekening van het convenant is ingediend. Heeft u dan helemaal geen mogelijkheden meer om de alimentatie te laten wijzigen? Wat als u door de coronacrisis uw inkomen en daarmee uw draagkracht aanzienlijk ziet slinken?
De wet zegt dat ondanks een dergelijk beding één van partijen de alimentatie kan laten wijzigen door de rechter ‘op grond van een zo ingrijpende wijziging van omstandigheden, dat de verzoeker naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan dat beding mag worden gehouden.’
Wanneer is er eigenlijk sprake van een situatie dat partijen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer aan het beding mogen worden gehouden? Met een dergelijke overeenkomst probeer je er immers voor te zorgen dat – wat er ook gebeurt – de alimentatie in stand blijft. Het gaat hierbij, zo wordt in de jurisprudentie bevestigd, om uitzonderingsgevallen. Daarbij worden zware eisen gesteld aan degene die stelt zich niet langer aan het beding te kunnen houden. Ook van de rechter wordt verwacht dat een beslissing waarin het niet-wijzigingsbeding doorbroken wordt, grondig wordt gemotiveerd.
Alimentatie, Corona en het niet-wijzigingsbeding in de praktijk
De rechtbank Rotterdam behandelde onlangs een verzoek waarin werd verzocht het niet-wijzigingsbeding te doorbreken (ECLI:NL:RBROT:2021:1213). Aanleiding hiervoor was, volgens de onderhoudsplichtige, dat als gevolg van de coronacrisis de omzet van zijn ondernemingen in de reisbranche met gemiddeld 90% was afgenomen. De onderhoudsplichtige had hierdoor, zo stelde hij, zijn eigen inkomen terug dienen te brengen tot het minimumloon. De overeengekomen partneralimentatie kon hij niet langer voldoen en dus kon de onderhoudsplichtige volgens eigen zeggen niet gehouden worden aan het overeengekomen niet-wijzigingsbeding. Of de coronacrisis en de gevolgen hiervan zodanig ingrijpend zijn dat de onderhoudsplichtige niet meer aan het de overeengekomen partneralimentatie met niet-wijzigingsbeding kon worden gehouden, was de vraag die voorlag aan de rechtbank. De rechtbank overweegt dat de reisbranche door de coronacrisis zeer hard getroffen wordt en dat de gevolgen hiervan voor de ondernemingen van de man enorm zijn. Partijen hebben hier bij het aangaan van het niet-wijzigingsbeding volgens de rechter geen rekening mee kunnen houden. Het levert echter geen grond op voor het doorbreken van het niet-wijzigingsbeding. De onderhoudsplichtige heeft in dit geval namelijk niet aan zijn verzwaarde stelplicht voldaan. Hij laat na om volledige inzage te geven in zijn inkomsten uit arbeid en vermogen ten tijde van het sluiten van het convenant. De rechtbank overweegt dat de gegevens van het inkomen uit vermogen ontbreken. Daarbij maakt de onderhoudsplichtige ook niet voldoende inzichtelijk wat hij aan inkomsten heeft tijdens de huidige crisis en wat hij aan inkomen kan verwerven. Bij draagkracht gaat het immers niet alleen om je daadwerkelijke inkomsten, maar ook om het inkomen dat je in redelijkheid kan verkrijgen. De rechtbank kan gelet op het gebrek aan financiële gegevens niet beoordelen of er inderdaad sprake is van een zodanige ingrijpende wijziging dat de man niet langer aan het niet-wijzigingsbeding mag worden gehouden. De onderhoudsplichtige wordt er in de uitspraak op gewezen dat hij op grond van de wet gehouden is zijn stellingen te onderbouwen. Het niet voldoen hieraan leidt ertoe dat de rechtbank de betreffende toets niet kan uitvoeren.
Tot slot over alimentatie en de coronacrisis
Ik kan me voorstellen dat een grote inkomensachteruitgang door de coronacrisis in bepaalde omstandigheden kan leiden tot een uitspraak waarbij het niet-wijzigingsbeding moet wijken. Zaak is dan wel dat uw verzoek goed wordt onderbouwd. Hiervoor kunt u zich wenden tot een gespecialiseerd familierechtadvocaat.