De ‘Big Mac index’

Een jongmeerderjarige verzoekt in een procedure bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant om zijn ouders te veroordelen om aan hem maandelijks een bijdrage te voldoen van € 1.004,00 als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie. De ouders van de jongmeerderjarige voeren verweer tegen dit verzoek. Zij zijn onder andere van mening dat de behoefte van hun kind minder hoog is.

 

Behoefte jongmeerderjarige

De te betalen alimentatie is afhankelijk van de wettelijke maatstaven, namelijk van de behoefte van de jongmeerderjarige en de draagkracht van de ouders. Ouders zijn onderhoudsplichtig voor hun kinderen tot 21 jaar. Jongmeerderjarige kinderen zijn altijd behoeftig. Dat wil zeggen dat van hen niet kan worden verwacht dat zij in de kosten van hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Een jongmeerderjarige kan dus niet verplicht worden om te gaan werken om zelf in deze kosten te kunnen voorzien.

De berekening van de behoefte van een jongmeerderjarige is anders dan de berekening van de behoefte voor een minderjarig kind. Voor de bepaling van de behoefte van de jongmeerderjarige zijn geen specifieke richtlijnen ontwikkeld. Wel kan er een lijn in de rechtspraak worden ontdekt. Voor de bepaling van de behoefte van jongmeerderjarigen wordt vaak aansluiting gezocht bij de normen die in de Wet Studiefinanciering zijn ontwikkeld. Heeft een jongmeerderjarige eigen inkomsten kan de behoeft in sommige gevallen worden verlaagd. De norm hierbij is of deze inkomsten “substantieel” te noemen zijn. Het woord “substantieel” is een open norm die in de rechtspraak per geval wordt ingevuld. De omstandigheden van het geval bepalen daarom of met het inkomen van een jongmeerderjarige rekening gehouden dient te worden.
De behoefte in Nederland van de jongmeerderjarige werd in deze zaak door de rechtbank bepaald op € 984,00.

Big Mac index

Van belang is vervolgens dat de jongmeerderjarige niet woonachtig is in Nederland maar in het buitenland. De ouders van de jongmeerderjarige hebben aangevoerd dat het levenspeil in het betreffende land lager is dan in Nederland. Zij doen hierbij een beroep op de Big Mac index. Aan de hand van deze door ‘The Economist’ ontworpen methode kan een indicatie worden verkregen van het verschil in prijspeil tussen twee landen. De achterliggende gedachte bij deze methode is dat  een Big Mac in elk land afgezet tegen het aldaar geldend prijspeil even duur is. Aan de hand van deze vergelijking kan worden bepaald wat je met een Nederlands bedrag kunt kopen als je dat bedrag in een ander land besteedt.

De ouders van de jongmeerderjarige hebben aan de hand van deze ‘Bic Mac index’ gesteld dat het levenspeil in het betreffende land ongeveer 60% bedraagt van het levenspeil in Nederland. De rechtbank is zich ervan bewust dat een dergelijk percentage slechts indicatief is. De jongmeerderjarige heeft dit percentage niet heeft bestreden en de rechtbank komt een zodanige aanpassing aan het lagere levenspeil in het betreffende land niet onredelijk voor. Om deze reden heeft de rechtbank de behoefte van de jongmeerderjarige gecorrigeerd met dit percentage. De behoefte van de jongmeerderjarige wordt vastgesteld op € 590,00 (60% x € 984,00).
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2018:1642.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.