De wet bepaalt: “Bij de uitlegging van een uiterste wilsbeschikking dient te worden gelet op de verhoudingen die de uiterste wil kennelijk wenst te regelen, en op de omstandigheden waaronder de uiterste wil is gemaakt.” De laatste jaren zijn er diverse uitspraken geweest, waarbij de rechter niet de letterlijke tekst van het testament volgt, maar kijkt naar de bedoeling van de overledene.
Veel erfrechtelijke procedures gaan over de geldigheid van een testament. Het komt echter ook vaak voor dat de erfgenamen het weliswaar eens zijn over de geldigheid van het testament, maar niet over hoe de tekst geïnterpreteerd moet worden. De rechter zal in die gevallen uitkomst moeten bieden. Een eenduidige vuistregel over hoe de rechter een testament interpreteert is niet te geven: het leerstuk van de uitleg is nog volop in ontwikkeling.
Lees meer over Uitleg van het testament