Een nalatenschap moet onder omstandigheden – vaak na een beneficiaire aanvaarding – worden vereffend. Dat betekent dat de erfenis volgens de regels van de wet moet worden afgewikkeld, mede ter bescherming van de belangen van schuldeisers van de nalatenschap. Soms loont het zich echter niet om een nalatenschap te vereffenen. Als de geringe waarde van de baten daartoe aanleiding geeft, kan de kantonrechter de kosteloze vereffening of de opheffing van de vereffening bevelen.
Kosteloze vereffening nalatenschap
Bij een kosteloze vereffening blijft de plicht tot het vereffenen van een nalatenschap gewoon bestaan. Wel kunnen kosten van publicaties (zoals oproepingskosten) en griffierecht ten laste van de Staat worden gebracht.
Opheffing vereffening nalatenschap
Bij een opheffing van de vereffening eindigt de plicht tot vereffening van een nalatenschap. De kantonrechter beoordeelt een verzoek tot opheffing van de vereffening met terughoudendheid. Het enkele feit dat er (grote) schulden zijn, of dat de nalatenschap negatief is, is niet voldoende voor opheffing van de vereffening van de nalatenschap. Juist onder die omstandigheden is bescherming van schuldeisers van belang. Opheffing van de vereffening kan wel worden bevolen als de activa van de nalatenschap zo beperkt zijn, dat deze (bijna) geheel aan vereffeningskosten zouden opgaan, of wanneer daaruit alleen preferente crediteuren kunnen worden voldaan. In de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter zijn concrete rekenvoorbeelden gegeven waarin de opheffing van de vereffening van de nalatenschap kan worden uitgesproken.
Heropening vereffening nalatenschap
Als de opheffing van de vereffening is bevolen, kan heropening van de vereffening van de nalatenschap en benoeming van een vereffenaar worden gevraagd als wordt aangetoond dat er alsnog voldoende baten zijn om de kosten van de vereffening te voldoen. Aanleiding voor een dergelijk verzoek zal vaak het ontdekken van nieuwe baten van de nalatenschap zijn. Dat leidt echter niet altijd tot heropening van de vereffening.
Geen opheffing vereffening nalatenschap ondanks bate
Het Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 16 december 2019 in hoger beroep over een verzoek tot heropening van een vereffening, nadat de vereffening van de nalatenschap door de kantonrechter was opgeheven. Een schuldeiser die pretendeerde een vordering van ruim 2 miljoen euro op de nalatenschap te hebben, verzocht de heropening van de vereffening. De schuldeiser van de nalatenschap stelde zicht op het standpunt dat op de boedelbeschrijving zoals die was opgemaakt door de erfgenamen een bate ontbrak. Volgens de schuldeiser had de overledene nog een vordering op zijn echtgenote, omdat de echtgenote tijdens huwelijk onvoldoende had bijgedragen in de kosten van de huishouding. De echtgenote had volgens de schuldeiser niet voldaan aan de fourneerplicht voor de kosten van de huishouding, zoals die mede was bepaald in de huwelijkse voorwaarden van partijen. Het hof achtte dat echter niet voldoende voor heropening van de vereffening. Het hof overwoog dat op voorhand al vast staat dat het eventueel in rechte laten vaststellen van de vordering van de nalatenschap op de echtgenote aanzienlijke (vereffenings)kosten met zich zal brengen. Een en ander nog los van de slagingskans de vordering, de vraag of deze vordering is verjaard of vervallen, of dat sprake is van rechtsverwerking. De schuldeiser had niet aannemelijk gemaakt dat de bate zo hoog was dat daaruit de kosten van de vereffening van de nalatenschap zouden kunnen worden voldaan. Het verzoek tot heropening van de vereffening werd dan ook afgewezen.
Vereffenen nalatenschap
De rechter gaat terughoudend om met verzoeken tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap. Vereffenen is de regel en kosteloze vereffening of opheffing van de vereffening de uitzondering. Vereffenen is in veel nalatenschappen een vak apart. Lees ook 10 tips voor vereffening na beneficiaire aanvaarding.