Alles wat u moet weten voor de erfrechtpraktijk anno nu; tip 6

Dit najaar start de derde editie van de vierdaagse opleiding “Alles wat u moet weten voor de erfrechtpraktijk anno nu”. In dit kader delen wij de komende weken als opwarmertje praktische tips om een vliegende start te maken als erfrechtspecialist of om uw kennis als beoefenaar van het erfrecht op te frissen.

Tip 6: Beheers het erfprocesrecht

In erfrechtzaken waarin geprocedeerd moet worden, is het van belang om ook kennis te hebben van het erfprocesrecht. Veel erfrechtzaken kennen hun eigen(aardig)heden op procesrechtelijk vlak.

Verzoekschrift of dagvaarding

In het erfrecht komen zowel diverse verzoekschriftprocedures als dagvaardingsprocedures voor.

Het antwoord op de vraag of een procedure moet worden ingeleid met een verzoekschrift of een dagvaarding, is in de betreffende wettelijke bepaling terug te vinden. Zo zal volgens artikel 4:162 BW de procedure moeten worden ingeleid met een dagvaarding, wanneer een erfgenaam een vereffenaar of executeur aansprakelijk wil stellen. Ook een procedure tot gerechtelijke vaststelling van een verdeling moet volgens artikel 3:185 BW met een dagvaarding worden ingeleid. Dit geldt ook voor het nietig laten verklaren van een testament. Anders is het bijvoorbeeld bij de benoeming van een vereffenaar of het ontslag van een executeur. Daartoe dient weer een verzoekschrift te worden ingediend. Het is dus van wezenlijk belang om de wet er grondig op na te slaan, vooraleer een procedure met een bepaald processtuk wordt ingeleid.

Rechtbank of sector kanton

In bepaalde gevallen moet de kantonrechter (sector kanton van de rechtbank) en in andere gevallen moet de sector civiel handel van de rechtbank (hierna: de rechtbank) oordelen. Als uitgangspunt bij dit leerstuk van de absolute bevoegdheid van de rechtbank, geldt dat de rechtbank volgens artikel 42 RO bevoegd is. Indien de kantonrechter bevoegd is, moet dit dus expliciet in de betreffende wetsbepaling zijn vermeld. Een voorbeeld van een bepaling waaruit de specifieke bevoegdheid van de kantonrechter blijkt, is artikel 4:206 lid 3 BW. Hierin wordt expliciet genoemd dat de kantonrechter bevoegd is om het loon van een vereffenaar vast te stellen. Ook blijkt uit artikel 4:192 lid 2 BW dat de kantonrechter bevoegd is een termijn te stellen voor de aanvaarding van een nalatenschap. Het is ook de kantonrechter die de vorderingen van de kinderen uit hoofde van de wettelijke verdeling vaststelt (artikel 4:15 BW).

Een voorbeeld van een bepaling waaruit juist blijkt dat de rechtbank bevoegd is, is artikel 4:203 BW- (benoeming vereffenaar). Een verdelingsprocedure dient voorts ook steeds aanhangig gemaakt te worden bij de rechtbank (artikel 3:185 BW). Daarnaast geldt ook in erfrechtzaken waarin een geldvordering wordt ingesteld de algemene competentiegrens: de kantonrechter oordeelt over geldvorderingen tot een beloop van € 25.000,–. Geldvorderingen die hoger zijn of onbepaald, worden door de rechtbank beoordeeld.

Specifieke regels

Daarnaast gelden er in het erfprocesrecht specifieke regels. Zo is dat bijvoorbeeld aan de orde voor de regels van het rechtsmiddelenverbod uit het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv). Het rechtsmiddelenverbod van artikel 676a Rv geeft een opsomming van beschikkingen waartegen geen hoger beroep maar enkel cassatie in het belang der wet kan worden ingesteld. Een beschikking die in dit artikel wordt genoemd, is de tijdelijke benoeming van een bewindvoerder (artikel 4:157 lid 4 BW). Ook tegen de beslissing van de kantonrechter op grond van artikel 211 lid 4 BW om de erfgenamen te ontheffen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen, kan enkel cassatie in het belang der wet worden ingesteld. Ook artikel 676b Rv kent een beperking voor wat betreft de openstaande rechtsmiddelen. Volgens dat artikel kan namelijk slechts gedurende vijf dagen hoger beroep worden ingesteld, indien het een beschikking van de rechter-commissaris ingevolge afdeling 3 van titel 6 van Boek 4 BW betreft.

Een ander voorbeeld is de specifieke regeling van de boedelbeschrijving in artikel 671 e.v. Rv. Zo kan bijvoorbeeld de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende een boedelbeschrijving bevelen door een door hem aan te wijzen notaris.

Een minder bekend voorbeeld is dan weer de verzegeling van zaken die tot de nalatenschap behoren; artikel 658 Rv bepaalt dat de kantonrechter een verlof tot verzegeling kan afgeven.

Meer informatie over of inschrijven voor de opleiding “Alles wat u moet weten voor de erfrechtpraktijk anno nu” vindt u hier.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.