Ik ben afstammeling van de overledene en ik ben erfgenaam, maar ik wil de nalatenschap verwerpen. Heb ik dan ook nog recht op mijn legitieme portie en waar moet ik op letten?
In de praktijk wordt het begrip ‘legitimaris’ vooral gebruikt voor de legitimaris-niet-erfgenaam (de onterfde afstammeling van de overledene) die een beroep heeft gedaan op zijn legitieme portie.
Het begrip is echter ruimer en omvat zowel degene die de nalatenschap zuiver of beneficiair heeft aanvaard, als degene die de nalatenschap heeft verworpen en bij het afleggen van die verklaring tot verwerping tevens heeft verklaard dat hij zijn legitieme wenst te ontvangen (de “contantenverklaring”).
Afleggen van de contantenverklaring: gelijktijdig met de verwerping
In de eerste plaats moet u er bij de verwerping goed op letten dat u gelijktijdig met het afleggen van de verklaring tot verwerping (bij de griffie van de rechtbank van de laatste woonplaats van de overledenen) ook verklaart uw legitieme portie te willen ontvangen. Deze verklaring wordt ook wel de contantenverklaring genoemd. Doet u dit niet, dan verliest u uw aanspraak op de legitieme portie.
Aanspraak maken op mijn legitieme portie, wanneer en hoe doe ik dat?
Voorwaarde voor het ontstaan van de aanspraak op de legitieme portie is dat tijdig aanspraak wordt gemaakt op de legitieme portie. Deze aanspraak moet worden gemaakt binnen 5 jaren na het overlijden van de overledene. Soms moet dit eerder gebeuren, bijvoorbeeld als een belanghebbende de legitimaris een redelijke termijn stelt om zijn/haar keuze uit te brengen. Deze termijnen zijn vervaltermijn, die niet kunnen worden gestuit of verlengd.
Aanspraak moet worden gemaakt jegens de gezamenlijke erfgenamen; indien er sprake is van een executeur die de nalatenschap afwikkelt, moet de aanspraak bij de executeur worden neergelegd. Soms bepaalt het testament dat de aanspraak jegens de langstlevende partner van de overledene moet worden gedaan. Indien er dan tevens een executeur is verdient het aanbeveling om de aanspraak bij zowel de executeur als de langstlevende partner neer te leggen.
De wijze van aanspraak maken is in beginsel vormvrij, maar in verband met bewijsproblemen én de vervaltermijn van vijf jaren, verdient het aanbeveling om de aanspraak per aangetekende brief en/of per e-mail te doen, zodat u altijd kunt bewijzen dat u op tijd aanspraak heeft gemaakt op uw legitieme portie.
Op welke wijze kan de verwerping invloed hebben op de hoogte van mijn legitieme portie?
Als u als erfgenaam de nalatenschap verwerpt, dan beïnvloedt dit mogelijk de hoogte van uw legitieme portie. In welke gevallen is dat zo?
De hoofdregel in de wet is dat bij verwerping van de nalatenschap hetgeen een legitimaris als erfgenaam kán verkrijgen in mindering van zijn legitieme portie komt wanneer hij de nalatenschap verwerpt. In de wet wordt dit “imputatie” genoemd. Op deze hoofdregel bestaan echter enkele uitzonderingen:
Uitzondering 1: De goederen zijn onder een voorwaarde, last of bewind nagelaten.
Dit worden de “inferieure makingen” genoemd. Als je een inferieure making verwerpt, komt dit in beginsel niet in mindering op de legitieme portie.
In beginsel, want daarbij moet meteen een kanttekening worden geplaatst; immers in twee gevallen moet een verwerpende erfgenaam het bewind wel dulden en vindt er ook imputatie plaats. Dat is het geval indien het bewind is ingesteld op de in het testament vermelde grond:
- Dat de legitimaris ongeschikt of onmachtig is in het beheer te voorzien, of
- Dat zonder bewind de goederen hoofdzakelijk diens schuldeisers zouden ten goede komen. Hierbij moet men bijvoorbeeld denken aan een gokverslaafde legitimaris of een legitimaris met aanzienlijke schulden.
Bij beide gronden staat het belang van degene wiens goederen onder bewind worden gesteld voorop. Hij dient tegen zichzelf en zijn schuldeisers beschermd te worden. Als peildatum voor het beoordelen of een van beide gronden aanwezig is, dient het tijdstip van het openvallen van de nalatenschap genomen te worden.
Uitzondering 2: Ten laste van de legitimaris zijn legaten gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom of overdracht van goederen der nalatenschap, waarbij het legaat verworpen moet worden binnen 3 maanden na het overlijden van de erflater.
Men kan bij een inferieur legaat, dat dus niet in mindering strekt op de legitieme portie, denken aan een legaat dat de erfgenaam verplicht tot de vestiging van een beperkt recht, bijvoorbeeld een vruchtgebruik, op een of meer goederen van de nalatenschap.
Om imputatie hier te voorkomen, moet het inferieure legaat dus wel verworpen worden binnen drie maanden na het overlijden.
In beginsel komt een legaat van een geldsom aan de legitimaris bij verwerping van de nalatenschap dus wel gewoon in mindering op de legitieme portie. Ook dit geldt weer in beginsel, want ook hierop bestaan uitzonderingen:
- Het legaat is onder een voorwaarde, last of bewind gemaakt;
- Ten laste van de legitimaris zijn sublegaten gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom;
- Het legaat wordt later dan 6 maanden na het overlijden van erflater, of indien de legitimaris mede-erfgenaam is, pas na de verdeling der nalatenschap opeisbaar;
- Het legaat komt ten laste van een of meer erfgenamen wier erfdelen ontoereikend zijn om het legaat daaruit te voldoen, en de verwerping binnen 3 maanden na het overlijden van de erflater geschiedt.
In geval van bedrijfsopvolging wordt er weer een uitzondering gemaakt op het feit dat inferieure legaten in beginsel niet in mindering strekken op de legitieme portie. Als het legaat bestaat uit een in termijnen te betalen geldsom, dan komt de contante waarde daarvan ook bij verwerping in mindering van zijn legitieme portie, indien in het testament is vermeld dat zonder deze beschikking de voortzetting van een beroep of bedrijf van de erflater in ernstige mate zou worden bemoeilijkt.
De rechtvaardiging van de uitzondering die in dit artikel wordt gemaakt, is gelegen in het wegnemen van belemmeringen in de bedrijfsopvolging.
Tot slot: een tip van de erfrechtspecialisten
De conclusie is dus dat u ook bij verwerping van de nalatenschap nog aanspraak kunt maken op uw legitieme portie, waarbij het van belang is dat u de toepasselijke termijnen en voorwaarden goed in acht neemt. Het verdient aanbeveling om u van tevoren te laten adviseren door een deskundige, die ook voor u kan berekenen wat de invloed van de verwerping is op de omvang van uw legitieme portie. De berekening daarvan is immers maatwerk en kan uw keuze om te verwerpen of mogelijk toch de nalatenschap te aanvaarden, beïnvloeden. Een laatste tip: vanaf het moment dat uw legitieme portie opeisbaar wordt (vanaf 6 maanden na het overlijden of eerst na het overlijden van de langstlevende) kunt u aanspraak maken op de wettelijke rente over uw vordering. Wij staan u graag bij met raad en daad.