Wat u altijd al wilde weten over het kindsdeel

Als uw vader of moeder overlijdt, komt er veel op u af. Naast het emotionele aspect dient er veel geregeld te worden. U wilt vast weten waar u als kind staat. In deze tijden van een overkill aan informatie via internet, hebben wij in één bijdrage de belangrijkste informatie op een rij gezet over uw kindsdeel. Daarmee ziet u door de bomen het bos weer.

 

Wat is het kindsdeel

Het kindsdeel is het deel van de erfenis waarop u als kind op grond van de wet of het testament recht heeft. Dit geldt in de situatie dat sprake is van de wettelijke verdeling of de ouderlijke boedelverdeling (zie ons artikel De zeven belangrijkste vragen over de wettelijke verdeling.). Beide regelingen brengen mee dat u wel erfgenaam bent maar genoegen moet nemen met een geldvordering op uw langstlevende ouder of stiefouder, die immers alle goederen van de nalatenschap verkrijgt. Uw geldbedrag is niet direct opeisbaar. De wet of het testament bepaalt wanneer uw kindsdeel wel op te eisen is.

Is het kindsdeel hetzelfde als de legitieme portie?

Nee. In de praktijk heerst enige verwarring over het begrip kindsdeel. Regelmatig wordt het uitgelegd als zijnde de legitieme portie van het kind, maar dat is niet juist. We leggen u het verschil uit.

Legitieme portie
Kinderen hebben volgens het Nederlandse recht een bijzondere erfrechtelijke positie. Zelfs als u als kind in het testament van uw vader of moeder onterfd bent, heeft u recht op een bepaald deel van de erfenis: de legitieme portie. Daar kan in een testament niet van worden afgeweken. Een kindsdeel kan wel worden afgenomen, beperkt of vergroot ten opzichte van andere kindsdelen in dezelfde nalatenschap. Zo kunt u een groter of kleiner kindsdeel krijgen dan uw broer of zus.

De legitieme portie is net als het kindsdeel enkel een geldvordering; recht op goederen (denkt u aan het fotoalbum, de auto of een schilderij) heeft u niet. De legitieme portie is de helft van hetgeen u op grond van de wet zou hebben gekregen, dus kort gezegd de helft van uw kindsdeel, hoewel dat wat genuanceerder ligt. U moet actief en tijdig, namelijk uiterlijk binnen 5 jaar na het overlijden of zoveel eerder als u een termijn daartoe wordt gesteld, een beroep doen op uw legitieme portie, anders kunt u er geen aanspraak meer op maken.

Op uw legitieme portie moet u veelal wachten tot uw andere ouder of uw stiefouder is overleden, failliet is of in de schuldsanering is gekomen. En dan is het nog maar de vraag of het geld er nog is. Leest u onze uitvoerige bijdrage over de legitieme portie: 10 meest gestelde vragen over de legitieme portie.

Kindsdeel
Heeft u als erfgenaam recht op uw kindsdeel, dan ontstaat wel een vergelijkbare situatie maar niet dezelfde. U heeft als erfgenaam een andere positie dan een legitimaris, die enkel als ‘schuldeiser’ van de nalatenschap wordt beschouwd. U verkrijgt net als de legitimaris wel een geldvordering op de langstlevende, u heeft geen recht op goederen (tenzij u een beroep doet op de wilsrechten, zie in deze bijdrage “Wat zijn wilsrechten?”, en u moet op uw geld wachten. Maar de omvang van het kindsdeel is beduidend anders dan die van de legitieme portie. Een kindsdeel kan worden vergroot of verkleind, dit in tegenstelling tot de legitieme portie. Überhaupt is de berekening van het kindsdeel een geheel andere dan die van de legitieme portie. Bij de legitieme portie kunnen tijdens leven gedane schenkingen een grote rol spelen.

Kunt u als kind het kindsdeel opeisen?

Nee, niet direct. U  moet wachten tot de langstlevende is overleden of als een van de andere in de wet of het testament genoemde situaties zich voordoet.

Waarom is het kindsdeel niet direct op te eisen?

Dat heeft te maken met de bevoorrechte positie van de langstlevende echtgenoot in het erfrecht. Deze dient zoveel mogelijk ‘ongestoord’ te kunnen voortleven. De wet bepaalt daarom dat als een ouder geen testament heeft gemaakt en een echtgenoot en ten minste één kind achterlaat, de wettelijke verdeling van toepassing is (deze kan overigens ook expliciet in een testament van toepassing zijn verklaard). De wettelijke verdeling brengt mee dat alle goederen bij de langstlevende terecht komen en hij/zij dus eigenaar wordt van alles wat tot de nalatenschap behoorde, evenwel onder de verplichting om alle schulden voor rekening te nemen. Vóór de inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht in 2003 kon in een testament een soortgelijke situatie gecreëerd worden met de ouderlijke boedelverdeling. De gedachte daarachter was het ‘verzorgd achterlaten’ van de langstlevende na overlijden.

Het zou niet stroken met de gedachte van het ongestoord voortleven dan wel het verzorgd achterlaten, als een langstlevende verplicht na het eerste overlijden tot uitkering van de kindsdelen (lees: geldvorderingen) van de kinderen zou moeten overgaan. Wellicht is het geld immers niet liquide beschikbaar, maar zit het bijvoorbeeld in de stenen en zou de echtelijke woning moeten worden verkocht om de vorderingen van de kinderen uit te betalen. Dergelijke situaties worden voorkomen door de niet-opeisbaarheid van de kindsdelen van de kinderen.

Wanneer is het kindsdeel wel op te eisen?

Voor de wettelijke verdeling geldt dat de wet een aantal situaties noemt waarin u uw kindsdeel kunt opeisen. Bij testament kunt u deze situaties uitbreiden. Bij de ouderlijke boedelverdeling, welke verdeling in een testament moest worden opgenomen, bepaalde degene die het testament maakte, de opeisbaarheidsgronden.

Samengevat kunt u in beginsel uw kindsdeel opeisen in de volgende situaties:

  • De langstlevende (stief-)ouder overlijdt;
  • De langstlevende raakt failliet;
  • De langstlevende komt in de schuldsanering terecht;
  • Eventueel in andere situaties indien die in het testament zijn genoemd. U kunt hierbij denken aan de situatie dat:
    • De langstlevende trouwt zonder het maken van huwelijkse voorwaarden die uitsluiting van iedere gemeenschap inhouden;
    • De langstlevende in een zorginstelling wordt opgenomen;
    • De langstlevende het vrije beheer over zijn/haar vermogen verliest, zoals in het geval van curatele;
    • In het testament een bepaalde termijn is opgenomen na ommekomst waarvan het kindsdeel mag worden opgeëist, bijvoorbeeld 10 jaar na overlijden;
    • De langstlevende een bepaalde leeftijd bereikt.

Er zijn nog andere situaties denkbaar, die moeten in een testament zijn opgenomen.

Kunt u als kind uw kindsdeel eerder opeisen?

In beginsel niet. In de rechtspraak is wel uitgemaakt dat er situaties denkbaar zijn waarin u enige mate van zekerheid kunt verlangen van de langstlevende voor de uitkering van uw kindsdeel. U kunt hierbij denken aan (conservatoire) beslaglegging op en onder bewindstelling van (een deel van) het vermogen van de langstlevende. Veelal dient sprake te zijn van verkwisting van vermogen door de langstlevende waardoor u een gerede kans loopt dat u met een dergelijk uitgavenpatroon door de langstlevende benadeeld wordt omdat uw kindsdeel niet meer uit te keren valt.

Er zijn overigens andere maatregelen denkbaar als u het gevoel heeft dat het handelen van de langstlevende financiële schade voor u meebrengt. Zo bestaat de mogelijkheid om een door de langstlevende gedane schenking of gift aan een ander aan te vechten (juridisch: te vernietigen) indien u als kind daardoor benadeeld wordt terzake uw nog uit te keren kindsdeel en de langstlevende wist dat zij u met de schenking/gift benadeelde.

Als kind heeft u overigens in het kader van de wettelijke verdeling in principe vier wilsrechten. Met die wilsrechten is er min of meer sprake van (gedeeltelijke) opeisbaarheid van uw kindsdeel. U leest hierover meer onder “Wat zijn wilsrechten?”.

Wat zijn wilsrechten?

Er zijn vier wilsrechten in de wet opgenomen. Ze brengen mee dat u als kind, ook al heeft u enkel recht op een geldvordering, aanspraak kunt maken op goederen van de nalatenschap. Denkt u bijvoorbeeld aan goederen waarmee u een emotionele band heeft. De wilsrechten zijn in het leven geroepen om “stieffamiliegevaar” zoveel mogelijk te beperken. Daarmee wordt gedoeld op de situatie dat de familiegoederen dreigen weg te vloeien naar de stieffamilie, bijvoorbeeld door de toepassing van de wettelijke verdeling. U als kind kunt in dat geval goederen van de nalatenschap claimen en bovendien krijgt u zodoende meer zekerheid dat uw kindsdeel per saldo wordt voldaan.

Het inroepen van een wilsrecht kan alleen in vier specifiek in de wet genoemde situaties in geval de wettelijke verdeling (dus niet de ouderlijke boedelverdeling) van toepassing is:

  1. De langstlevende ouder heeft aangegeven opnieuw te gaan trouwen. In dat geval moet deze eraan meewerken goederen met een waarde van ten hoogste uw kindsdeel op uw verzoek over te dragen. Echter, de langstlevende behoudt het vruchtgebruik van de gekozen goederen, tenzij daarvan wordt afgezien;
  2. De langstlevende ouder is opnieuw getrouwd en komt zelf te overlijden. De stiefouder dient dan mee te werken aan de overdracht van goederen, zonder dat van vruchtgebruik sprake kan zijn;
  3. Overlijdt een van uw ouders en was die gehuwd met uw stiefouder, dan mag u dan al aanspraak maken op overdracht van goederen. De stiefouder behoudt echter wel het vruchtgebruik, tenzij daarvan wordt afgezien;
  4. Was uw ouder ten tijde van diens overlijden getrouwd met uw stiefouder (op wie u een geldvordering vanwege de wettelijke verdeling verkreeg) en komt uw stiefouder te overlijden, dan mag u bij de erfgenamen van de stiefouder aanspraak maken op overdracht van goederen.

De genoemde wilsrechten kunnen in het testament zijn uitgesloten. Zijn ze niet uitgesloten en u maakt er aanspraak op, dan wordt de waarde van de goederen verrekend met uw kindsdeel.

Bij wie kunt u uw kindsdeel opeisen?

Dat is afhankelijk van de situatie. Enkele voorbeelden:

Behaalt de langstlevende de leeftijd die in het testament is genoemd als opeisbaarheidsgrond, dan dient u bij hem/haar te zijn.

Is sprake van curatele en wordt uw kindsdeel door de ondercuratelestelling van de langstlevende opeisbaar, dan moet u bij de curator zijn.

Doet de opeisbaarheidsgrond “overlijden” van de langstlevende zich voor, dan dient u bij de erfgenamen van de langstlevende of wellicht bij de executeur van die nalatenschap te zijn indien een executeur is benoemd.

Krijgt u rente over uw kindsdeel?

U zit met uw kindsdeel in de “erfrechtelijke wachtkamer”. Daarom mag uw kindsdeel worden verhoogd met een rente.

De wet bepaalt voor de wettelijke verdeling dat jaarlijks op uw kindsdeel wordt bijgeschreven een (enkelvoudige) wettelijke rente min 6%. Dat brengt feitelijk mee, gezien de lage rentestand, dat op grond van huidige wetgeving geen rente wordt berekend over uw kindsdeel. Bij testament kan van deze bepaling worden afgeweken. Zo kan in het testament bijvoorbeeld een hogere rente zijn opgenomen, maar kan de langstlevende of deze tezamen met de kinderen, ook de mogelijkheid zijn geboden om af te wijken van de wettelijk bepaalde rente of de rente die in het testament is opgenomen. De langstlevende kan zelfs met ieder kind afzonderlijk een bepaalde rente afspreken, maar hier is terughoudendheid gepast, mede gezien de redelijkheid en billijkheid, en dient vooraf bekende benadeling van de andere kinderen zoveel mogelijk te worden voorkomen (= mogelijk paulianeus handelen). Een rente-afspraak kan fiscale gevolgen hebben, zeker in het geval de afspraak wordt gemaakt na de aangiftetermijn voor de erfbelasting. Laat u daarom tijdig en vooraf informeren.

Voor de ouderlijke boedelverdeling dient het testament als uitgangspunt. Daarin staat veelal een rente opgenomen. De erfgenamen kunnen ook in dit geval een rente-afspraak maken en dus afwijken van de rente uit het testament. Laat u echter ook in dit geval tijdig vooraf informeren, gezien mogelijke fiscale consequenties.

Is eerdere uitbetaling van uw kindsdeel mogelijk?

Ja, dat mag. Dat kan bijvoorbeeld voor u als kind handig zijn in verband met de aflossing van uw hypotheek of de aankoop van een woning. Voor de langstlevende is het van belang dat er voldoende middelen voor hem/haar overblijven na uitkering aan u als kind. Fiscaal kan het voordelig zijn om aan u uit te keren, maar ook nadelig. Laat u zich vooraf informeren zodat u niet voor verrassingen komt te staan. Zo kan de uitbetaling gedeeltelijk een schenking zijn, waardoor schenkbelasting aan de orde is. Maar ook kan de uitbetaling gevolgen hebben voor de Inkomstenbelasting.

Moet u erfbelasting betalen over uw kindsdeel?

U niet, maar de langstlevende (eventueel) wel. Of erfbelasting betaald moet worden, is afhankelijk van de omvang van uw kindsdeel. Als uw kindsdeel groter is dan de fiscale vrijstelling, is erfbelasting verschuldigd. Aangezien u uw kindsdeel niet direct na het eerste overlijden in handen krijgt, bepaalt de wet dat de langstlevende de erfbelasting afdraagt aan de Belastingdienst. Dit wordt vervolgens wel verrekend met uw kindsdeel. In geval van de ouderlijke boedelverdeling staat doorgaans ook in het testament beschreven dat de langstlevende de erfbelasting moet voorschieten.

Moet uw kindsdeel nu al worden berekend?

Het verdient zeker de voorkeur om uw kindsdeel direct na het eerste overlijden van een van uw ouders te laten berekenen en vaststellen. Er kan immers lange tijd tussen het eerste overlijden en het overlijden van de langstlevende zitten. In die tijd kan er veel administratie verloren gaan, zoals bankafschriften, Inkomstenbelastingaangiften en –aanslagen en de erfbelastingaangifte en –aanslag. Instanties zoals banken hebben maar een beperkte bewaarplicht. Het is doorgaans minder eenvoudig om achteraf vast te stellen wat uw erfdeel was ten tijde van het eerste overlijden.

Vergeet uw kindsdeel niet

Komt de langstlevende te overlijden, dan wordt in de praktijk geregeld vergeten dat een of meer kinderen een kindsdeel te goed heeft vanwege het overlijden van de eerst overleden ouder. Wees u ervan bewust dat uw kindsdeel bij dat tweede overlijden opeisbaar wordt. Het is al die tijd een schuld geweest in het vermogen van de langstlevende, wat voor de afwikkeling van diens nalatenschap van belang kan zijn. Immers, bij de kwalificatie van uw erfdeel als schuld in de nalatenschap van uw laatst overleden ouder, kan erfbelasting worden bespaard bij dat tweede overlijden.

Maar ook als de langstlevende een stiefouder was en diens erfgenamen zijn anderen dan u, zult u begrijpen dat de uitkering van uw kindsdeel van invloed is op de hoogte van de verkrijging van die andere erfgenamen. Zij worden met een schuld vanwege een eerder overlijden geconfronteerd. Dit kan er zelfs toe leiden dat die erfgenamen die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard, de schuld aan u uit hun privé-vermogen moeten bijpassen, als er door de schuld aan u een tekort in de nalatenschap blijkt te bestaan.

Overigens blijkt uit tuchtrechtspraak voor het notariaat dat hier een taak voor de notaris is weggelegd. De notaris die bij de afwikkeling van de nalatenschap van de langstlevende betrokken is, behoort u als kind/cliënt in beginsel te wijzen op de mogelijkheid van het bestaan van een kindsdeel uit de nalatenschap van uw eerst overleden ouder. Zou een notaris u daar niet op wijzen, dan zou de notaris tekortschieten in zijn notariële zorgplicht.

Zou uw kindsdeel door een eerdere situatie dan het overlijden van de langstlevende opeisbaar worden, vergeet u dan evenmin uw kindsdeel niet. Denkt u aan de situatie dat vader relatief jong overleed in 2004. Moeder en de twee kinderen zijn de erfgenamen. Op grond van de wettelijke verdeling verkreeg moeder de goederen en verkregen de twee kinderen ieder een niet-opeisbare geldvordering ter grootte van hun kindsdeel. Het testament van vader bepaalde dat het kindsdeel van de kinderen onder andere op te eisen zou zijn als moeder zou hertrouwen zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Stel zij hertrouwt in 2006. De kinderen denken er niet aan om hun geldvordering op te eisen. Pas in 2027, als moeder overlijdt, eisen zij hun kindsdeel van vaders overlijden op. In dat geval lopen de kinderen het risico dat sprake is van verjaring. In dat geval zijn ze te laat en krijgen ze hun kindsdeel niet meer uitbetaald.

Meld u aan voor onze opleidingen nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van ons aanbod. Meld u hieronder aan en ontvang als eerste een overzicht van nieuwe data en opleidingen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.